283 Mexico en China tegen een dapperen en on vermoeiden vijand het leger met zijne aanvoerders en leiders wel den guerilla leerden, doch geen strategie, ja misschien ongemerkt de meening verbreidden, dat eene krijgvoering, zooals werd toegepast tegen deze minderwaardige tegenstanders, overal de juiste zijn zou. Hoe dikwijls hebben wij op Atjeh de stelling hooren verkondigen, dat eene buitenlandsche vijand zonder veel moeite zou worden verdreven, wanneer het Neder- landsch-Indische Leger den guerilla in het groot ging voeren; artil lerie en zelfs cavalerie werden door sommigen overbodig geacht: de Atjehers waren toch vee! geduchter vijanden dan Engelschen, Duit- schers of Japanneezen! Er bestaat een essentiëel onderscheid tusschen den oorlog tegen een Europeeschen en dien tegen een inlandschen vijand 1), zoodanig, dat lessen getrokken uit den krijg tegen den eenen in het algemeen geen toepassing kunnen vinden tegenover den ander. De wijze van ageeren toch wordt beheerscht door de bewapening, de organisatie (dus ook de sterkte) en het volkskarakter van den tegenstander en deze factoren verschillen in beide gevallen als de dag van den nacht. „Die preuszischen Grenadiere, welche ohne Zaudern im Parade- schritt auf feuernde feindliche Batterien anrückten, verloren bei Jeua die Fassung, als sie sich französischen Tirailleurs gegenüber sahen, gegen deren Feuer sie nichts zu unternehmen wuszten. Napoleons Armeen, die halb Europa siegreich durchzogen, konnten mit der spanischen Insurrektion nicht fertig werden. TJnsere Infanterie, welche 1870 durch den Geschoszregen französischer Tirailleurketten siegreich vordrang und die schwierigsten Aufgaben loste, welche in neuerer Zeit überhaupt an eine Truppe gestellt worden sind, würde, auf einen Kriegsschauplatz in Atchin, Aschanti oder im Zulu-Lande verseizt, wahrscheinlich erst noch einiger Erfahrungen bedürfen urn völlig Herr der Lage zu werden." 2) De inlandsche vijand weet in den regel zeer goed, wat hem ont- 1) Kortheidshalve zullen we beide uitdrukkingen bezigen resp. voor „een op moderne wijze bewapenden en georganiseerden vijand" en „een van primitieve wapenen voorzienen vijand met weinig of in het geheel geen organisatie". Op overeenkomstige wijze zullen we spreken van Europeesche en inlandsche tactiek, krijgvoering, enz. 2) Yon der Goltz. Das Yolk in "Waffen. 4. Aufl. S. 129.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 313