308 voorschrijft, dat „vooral aan de individueels bedrevenheid in het schieten groote waarde moet worden gehécht", er toch nog méér waarde aan gehecht wordt om het geld te besparen, dat noodig zou ■zijn voor materieel om de voorbereidende oefeningen Daar eisch te kunnen onderwijzen; dit toch ontbreekt tot nog toe zoo goed als geheel! Ook worden er jaarlijks per man slechts 100 scherpe en 20 losse patronen verstrekt, evenals voor de schutterijen is voorgeschreven, terwijl er geen scherpe patronen voor kamerschietoefeningen worden uitgetrokken. (De Barisans van Madoera krijgen dezelfde hoeveelheid munitie als het Leger; per man 180 scherpe en 60 losse). 1) Verder schrijft het reglement als oefeningen voor afgeëxereeerden o.m. voor: Bajonetschermen, maargeweren daarvoor kunnen wegens te groote kosten niet worden verstrekt. Gymnastische oefeningen, maartoestellen daarvoor zijn niet aanwezig. Wat de gesloten exercitiën aangaat, hierin is het Legioen zoo danig geoefend, dat het gerust een vergelijking met een inlandsch Bataljon van ons Leger kan doorstaan. Het werktuigelijk tirailleeren, het gevecht van een compagnie en de velddienst geschieden precies zooals de voorschriften het aangeven, maar de groote moeilijkheid bestaat hierin om bij de aanvoerders het verstand te laten werken, opdat deze zich niet letterlijk aan de voor beelden houden en leeren begrijpen, dat er geen 2 gevechten precies gelijk zullen zijn en dat zij steeds naar de omstandigheden moeten handelen en daarvan partij moeten trekken: initiatief ontbreekt. Om hieiin afdoende verbetering te brengen is één kapitein van het Leger voor de 4 compagnieën infanterie niet voldoende; 8 dagen in de week gaan 2 compagnieën, oikwijls ieder afzonderlijk, velddienstoe fening houden en tegelijkertijd 1 of 2 compagnieën schijfschieten. De onderofficieren-instructeurs, hoe goed ook, zijn minder geschikt om, vooral aan de inlandsche officieren goed onderricht te geven in den practischen velddienst. Voor deze officieren is het noodig, dat 7,ii voortdurend onder toezicht staan van officieren van het leger, die 1) Hoewel het reglement voorschrijft, dat de wapening in den regel zal zijn als die van het Leger, heeft de Infanterie evenals de Schutterij en de Barisans, nog steeds liet geweer stelsel de Beaumont.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 338