23
staat in oorlog te komen; men moest de Boeren daartoe provoceeren.
Zoo werden de Kaffers aan de grenzen evenals de mijnarbeiders eerst
ter sluiks, daarna meer openlijk van vuurwapenen voorzien. De
Vrijstaters de ernst van het gevaar inziende, legden beslag op eenige
wagens met geweren een eisch van schadeloosstelling door de Britsche
autoriteiten aan de Kaap liet zich niet wachten. De volksraad on
machtig om de zaak met het zwaard te beslissen, gaf toe, doch vaar
digde gelijktijdig den president af om in Londen het goed recht te beplei
ten. De Engelsche minister moest het gepleegde onrecht erkennen en
gaf last tot het uitkeeren van eene schadeloosstelling van 90 000
pond sterling.
Deed de houding der regeering in het moederland de hoop ont
staan, dat men daar eene herhaling van het gebeurde niet wenschte, al
spoedig bleek, dat ook daar de wil tot eerlijk handelen gemist werd.
De toenmalige minister van koloniën Lord Carnarvon droomde zich
een vereenigd Zuid-Afrikaansch rijk en om daartoe te komen, moest
den republieken hunne onafhankelijkheid worden ontnomen. Het
waren weder de Kaffers, die te baat werden genomen om tot het doel
te geraken.
Transvaal was in oorlog met de Zoeloe's, een Kafferstam, en juist
toen die kamp eene voor de Boeren gunstige wending had genomen,
verklaarde Engeland de Transvalere niet in staat den oorlog tot een
goed einde te brengen, beweerde daarin een gevaar te zien voor zijn
eigen gebied en lijfde de Transvaal om die reden eenvoudig in (12
April' 7 7).
Vergeefs werd geprotesteerd zoowel in Kaapstad als in Londen, en
ten einde raad besloten de Transvalere zich recht te verschaffen.
Den 16en December 1880 brak de oorlog uit, die met den vrede van
Langsnek, 23 Maart 1881, eindigde, dank zij het drijven van den
edelen Gladstone. Bij de conventie van Londen, 1884, werden de
bepalingen van het vredesverdrag in gunstigen zin voor de Transvaal,
sedert Zuid-Afrikaansche republiek, herzien en aangevuld, en ver
klaarde Engeland zich alleen bevoegd tot controle op de buitenlandsche
betrekkingen.
Inderdaad liet Engeland sedert de republieken langen tijd met rust,
de welvaart steeg van jaar tot jaar en ware het niet, dat de ontdek-