330
"Wat de verscheping van munitie, levensmiddelen enz. betreft, zoo is
slechts bekend, dat daarvoor van 5 October tot 28 April 192 schepen
gecharterd werden met een gezamenlijken inhoud van 293774 ton. Daarbij
moeten dan nog gevoegd worden 150000 ton vleesch, kool en voer, dat
van uit Engelsche en vreemde havens naar Zuid-Afrika verzonden werd.
Yoor den dienst der posterijen werden 579 telegrafisten en 3500 post
beambten uitgezonden. Het postverkeer met het leger was natuurlijk
buitengewoon groot. Den 19den Mei bijv. werden daaraan toegezonden
313416 brieven en 131508 couranten.
Ten slotte wordt nog vermeld, dat de transporten tot einde Mei 536
officieren en 10807 man ziek naar Engeland terugbrachten.
{Internat. Revue die gesammt. Armeen tind Flotten. August. 1900.
De Soerat chabar soldadoe,\
Naar ons van bevriende zijde werd medegedeeld, neemt dit blaadje
meer en meer op, hetgeen zeer zeker door ons officieren met genoegen
vernomen zal worden. Ook buiten het leger, in de groote inlandsche
en Chineesche maatschappij neemt het aantal abonné's toe. Zoo hebben
zich zelfs reeds een achttal jeugdige Atjehers, zoons van hoofden als
abonné opgegeveneen hunner, Toekoe Banta Amat leest de courant in
de kampong trouw aan zijne vrienden voor.
Redactie.
Opgenomen onder de oudste helft sedert de laatste opgave.
Infanterie.
de kapiteins: J. C. van den Belt, L. A. Ferguson, en J. A. Soetens.
de I" Luitnts; Gr. W. Mazee, L. G. van Aken, J. F. Croockewit, J.
W. Knegtmans, H. A. Schadee en J. Smits.
Artillerie.
de kapitein: H. Spree.
Genie.
de kapitein: F. C. Proper.
de le Luitnts: M. Engers en W. G. Loeff.
De magazijnmeesters 2de kl. G. de Bruin en G. Franken.
Opgenomen onder het oudste een vierde sedert de laatste opgave.
Infanterie.
de kapiteins: P. A. Berg en H. A. D. Koedijk.