334
lijkheden van het transport over zee, groot paardenverlies gedurende
den overtocht, enz. aan artillerie steeds betrekkelijk zwak zal zijn.
Zonder te bespreken hoe de organisatie der bereden artillerie zou
moeten zjjn, willen wij trachten voor dat wapen een materieel te ont
werpen, dat aan de eischen des tijds voldoet. In de eerste plaats
zullen wij ods daartoe bezighouden met de veldartillerie.
Het kanon van 7 c.M. L: A. kan niet geacht worden te voldoen
aan de eischen, welke men aan een modern veldgeschut stelt. Al
mogen zijne ballistische eigenschappen in engeren zin, d.w.z. die,
welke de trefkans van het volle projectiel beheerschen, in geen opzicht
iets te wenschen overlaten, het maakt overigens tegenover buiten-
landsch materieel een vrij droevig figuur.
Bij den tegenwoordigen stand der industrie toch is het zeker, dat
elk der groote artilleriefabrieken een vuurmond levert, waarvan het
volle projectiel op de verschillende afstanden minstens dezelfde tref
kans heeft als die van het kanon van 7 c.M. L. A.; in de praktijk
kan men die trefkans derhalve evenredig stellen met den graad van
nauwkeurigheid, waarmede telkens gericht wordt, d.w.z. met de geoe
fendheid der bediening.
Van het grootste belang is de werkingssfeer van het hoofdprojec
tiel der veldartillerie, de granaatkartets, welke bepaald wordt door
de eindsnelheden op de gevechtsafstanden en de inwendige inrichting,
en derhalve door het projectielgewicht, hetwelk in verband met het
kaliber en de aanvangssnelheid de eindsnelheden beheerscht, terwijl
het projectielgewicht, op zich zelf beschouwd, van groot belang is,
daar het aantal mee te voeren schoten ervan afhangt.
Het spreekt voorts van zelf, dat de veldartillerie eene groote be
weeglijkheid moet bezitten, welke bepaald wordt door het gewicht
van het aangespannen stuk.
Ten overvloede stellen wij nog den eisch, dat het kanon een snel
vuurkanon moet zijn, ingericht voor het gebruik van rookzwak
buskruit. Het sluitstuk moet dus voorzien zijn van eene span-,
aftrek- en uitwerpinrichting, de vuurmond moet ten opzichte der
affuit eene kleine zijdelingsche bsweging kunnen ondergaan, terwijl
een remtoestel den terugloop nagenoeg geheel opheft. De gasafslui-
ting wordt verzekerd door metalen hulzen.