343
(p -f- a A)3 Y0a
2 g Pk
(4)
Volgens Piobert heeft de coëfficiënt x eene waarde van bij
gebruik van het oude, zwarte kruit; Krupp meent op grond zijner
talrijke schietproeven x 2 te moeten stellen bij gebruik van rook-
zwak kruit (1).
Uit (4) volgt, dat de schokwerking op de affuit vermindert met
het grooter worden van het gewicht van den vuurmond en het dus
voordeelig zou zijn den laatsten zwaarder dan de affuit te maken.
De practijk leert echter, dat zulks niet aliijd mogelijk is; in de eerste
plaats, omdat de raden eene zekere grootte en dus ook een zeker
(vrij aanzienlijk) gewicht hebben in de tweede plaats moet de affuit
eene groote stevigheid hebben om bestand te kunnen zijn tegen schokken
gedurende het rijden over ongelijk terrein in de derde plaats neemt het
beslag (gereedschapsvolken- en haken, richt-en remtoestel, zitplaatsen
enz.) een aanzienlijk deel van het totale gewicht in. Langlois neemt aau,
dat elk rad 100 K.G. weegt (2); van het Duitsche materieel 96
weegt een affuitrad echter 77, een voorwagenrad 72 K.G. (3), hetgeen
op eene aanzienlijke verlichting van de affuit wijst. In ons ontwerp
loopen de gewichten van vuurmond en affuit ook niet ver uiteen.
In (4) de grootheid R invoerende, wordt:
Het ladingtquotient 0,1 stellende, verkrijgt men voor Ak, na
voor R, p en x de gevonden waarden gesubstitueerd te hebben
Ak= 1872.
Voor Pk=320, wordt Pa 340, zoodat de schokwerking per
1872
K.G. van de affuit =55 K.G.M. bedraagt.
Bij de studie over het Zwitsersche ontwerp wordt aangenomen,
dat eene behoorlijk geconstrueerde ongelede affuit per K.G. van haar
gewicht 6 K.G.M. levende kracht kan verdragen (tot dusver wordt
dit cijfer alleen bij de Sotomayor-affuit M. 80 bereikt.). Van dit
cijfer uitgaande, wordt het gewicht der ontwerp-affuit berekend.
Ak E p 1 -f y 2
(5)
A
1) Zie hierover o.a. R. Wille. Das Feldgeschiitz der Zukunft, S. 285 en Heydenreicli.
Die Lehre vom Schuss und die Schusstafeln. II 8. 54.
2) Langlois I. p. 100.
3) Kriegsteehnische Zeitschrift 1900. 1 Heft.