350 Samenstelling der batterij veldartillerie. Ten slotte zullen wij aaDgeven, uit welk materieel eene veldbatterij behoort te zijn samen gesteld. In het voorgaande hebben wij de batterij reeds stilzwijgend op 6 stukken gesteld. Na al hetgeen reeds over het aantal stukken (4 of 6) eener snelvuurbatterij geschreven is, zou het ons niet mogelijk zijn daaromtrent nieuwe gezichtspunten te verschaffen. Wij achten evenwel eene sterkte van 6 stukken per veldbatterij noodzakelijk. Het aantal caissons, ieder met 6 paarden bespannen, werd reeds op 9 gesteld; daarentegen komen de draagpaarden met munitiekisten der tegenwoordige formatie te vervallen. Toorts kan ééne reserve affuit gemist worden; de smidswagen worde vervangen door eene draagbare smidse met toebehoaren op 2 draagpaarden, de voorraads- wagen door drie stellen broko's op drie draagpaarden. De ransel- draagpaarden vervallen (1). De reserve-affuit heeft een voorwagen, in hoofdzaak gelijk aan dien van de stukken en van de caissons; hij bevat dus ook 34 schoten. De brisante granaten worden gelijkelijk over drie caissons verdeeld, zoodat bij detacheering eene sectie over een eigen voorraad van die projectielen beschikken kan. De munitie wordt dus als volgt over de voertuigen verdeeld: De samenstelling aan materieel, rij-, trek-, draag- en resarvepaarden wordt derhalve, als hieronder is aangegeven In de 6 voorwagens der stukken 6 X 34 204 G.K. 6 caissons [Nos. 1,2,3,4, 5 en 6] 6 X 84 504 G.K. 3 caissonvoorwagens [Nos. 7, 8 en 9] 3 X 34 102 brisante granaten. 3 caissonachterwagens idem] 3 X 50 150 G.K. den voorwagen der reserve affuit 34 G.K. Totaal 892 G.K. en 102 brisante granaten. of resp. 148§ en 17 per stuk. 1] Zie ook I. M. T. 1899 I blz. 92 en 93.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 380