353 opend, werd echter onmiddellijk beantwoord en, wat 't onaangenaamste voor de Engelschen was, uit kanonnen, welke eens hun hadden toe behoord en met granaten te Woolwich aangemaakt. Het gevecht, 's ochtends met den rechtervleugel der Boeren aangebonden, breidde zich in den middag naar het Oosten uit, wijl eene uit bereden troe pen en een halve batterij samengestelde colonne onder kolonel Porter, 's ochtends uit het kamp te Rensburg vertrokken, den linkervleugel der federalen aantastte. Tegen het invallen yan de duisternis werd de strijd gestaakt; de Boeren waren meester van het terrein gebleven. French, die begreep zonder versterking niets te kunnen beginnen, deed daartoe het ver zoek. Hem werden toegezonden: een veldbatterij, een bataljon van het Essexregiment en eenige eskadrons Household cavalerie. Bij Colesberg viel in den namiddag van den 2«n iets voor, dat voor French in hooge mate onaangenaam mocht heeten. Een trein, samengesteld uit 22 wagens met proviand geraakte op de hellende baan in beweging in de richting van de stelling der Boeren, die zich haastig op de onverwachte buit wierpen, maar wijken moesten, toen het vuur der Engelschen te hevig werd. Een poging van dezen om den trein terug te brengen werd afgeslagen. "Voor de federalen bleef geen andere keuze over dan den trein door granaatvuur te vernielen. French trachtte den 4en door een aanval van twee zijden de stellin gen van Schoeman te veroveren. In dit gevecht, dat wederom een negatief resultaat had, onderscheidden zich vooral de lansiers bij de bestorming van een kopje. Van de 250, die den stoutmoedigen aan val ondernamen, keerden slechts weinigen tot hunne makkers terug. In den nacht van den 5en Januari rukte overste Watson aan het hoofd van vier compagnieën van het Suffolkregiment uit om zich bij verrassing meester te maken van een kopje, vóór de stelling der Berkshires gelegen en van waar men Colesberg met succes hoopte te kunnen beschieten. Omstreeks vier uur in den ochtend was de troep tot in de onmiddellijke nabijheid van het object genaderd en ging de voorste compagnie tot den aanval over. Zij werd echter van zeer nabij door een zoo hevig Mauser vuur ontvangen, dat het doorzetten van den aanval niet mogelijk was. Drie malen achtereen vuurde Watson de zijnen tot den storm aan, toen viel hij, de witte

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 383