355
we vermeld, dat French den 27tn te Kaapstad kwam, opgeroepen door
den nieuwen opperbevelhebber, Roberts, die aan French een anderen
werkkring had toegedacht. Daarentegen zou naar luid van Britsche
berichten French zelf den 25en ten Westen van Colesberg een aanval
hebben geleid op dezelfde stelling, die getuige was van de nederlaag
der Suffolks op den 6en Januari.
Omtrent dezen aanval het volgende. In alle vroegte rukten den
25en drie compagnieën van het Essexregiment vergezeld van twee
houwitsers en vier veldstukken uit het kamp op naar den heuvel
ten WeBten van Colesberg, waar de Suffolks geslagen waren. Nadat
de artillerie het gevecht had ingeleid en haar vuur zeer flauw door
dat der federalen was beantwoord, rukte de infanterie met haar voor
waarts. Tegelijkertijd trok French met 14 compagnieën infanterie, het
10c huzaren, de Inniskilling dragonders, de bereden infanterie en vier
kanonnen van den linkervleugel op naar een kopje Noordwestelijk
van Colesberg. Eene nadere kennismaking met het terrein deed hem
besluiten af te zien van zijn voornemen om het kopje te nemen en
ook met het oog op het late uur den terugmarsch te aanvaarden.
Eerst toen begonnen de federalen een levendig vuur op de Engel-
Bchen te openen.
Aan beide zijden was het verlies geringde Engelschen hadden,
der gewoonte getrouw, weder eenige vermisten.
Na deze ontmoeting trad er een tijdperk van werkeloosheid in;
eerst een tiental dagen later werd de actie hervat. De Engelschen
waren, na het mislukken hunner poging op den 25en, naar het Zuiden
teruggetrokken, de Boeren daarom in die richting opgerukt om later
weder te wijken toen de Engelschen andermaal voorwaarts gingen.
Den 5en Februari stonden de Engelschen op 11 K M. afstand van
Achtertang, waar generaal de la Rey eene positie had ingenomen.
Deze had bij Springfontein den volgenden dag eene ontmoeting met
eene Britsche colonne met twee stukken en sloeg deze met beduidend
verlies terug ten koste van slechts één gewonde. Dergelijke scher
mutselingen hadden ook de volgende dagen plaats, de la Rey ver
ontrustte voortdurend den Engelschen rechtervleugel.
Welke pogingen de Engelschen ook aanwendden om door het
uitbreiden hunner linie de Boeren te omsingelen, 't mocht niet baten.