364 toegebrachte slageD. Dat de Boeren dit verzuim weldra zouden betreuren, hopen we in de volgende bladzijden aan te toonen, evenals zulks reeds mocht blijken in vorige, waar we ook wezen op de onver mijdelijke gevolgen verbonden aan het uitsluitend verdedigend optreden. Cronjó bij Magersfonteio, Methuen in zijn kamp, beiden bleven weken lang werkeloos. Wel beschoot men wederkeerig eikaars stellingen, wel werden door beide partijen patrouilles uitgezonden, maar daarbij bleef het. Eerst medio Februari rukten de Engelscheu uit het kamp aan de Modderrivier op, doch toen onder de leiding van lord Roberts en met een ongeveer drie maal sterker macht dan die, welke ter beschikking van Methuen had gestaan. De verrichiiDgen van Methuen's leger tot op het tijdstip, waarop Roberts zelf de teugels in handen nam, hebben op het verloop van den veldtocht geen noemenswaardigen invloed gehad; we zullen er daarom slechts met een enkel woord melding van maken. Den len Januari werd door overste Pilcher eene verkenning ge maakt naar het Zuidwesten en door hem een kamp van Kaapsche Boeren bij Sunnyside, 45 K.M. ten Noordwesten van Belmont ver- meesterd. Hij trok, na een veertigtal Boeren gevangen genomen te hebben, verder Westwaarts naar Douglas op, heesch daar de Britsche vlag en keerde met de colonne, die onder generaal Babington van Modderrivier naar het Westen was opgerukt tot Koedoesbergdrift, 75 K.M. etoomafwaarts, naar het kamp terug. Het doel dezer gecombineerde bewegingen was óf om na te gaan of een terugtocht naar het Zuiden uitvoerbaar mocht heeten, óf om te onderzoeken of eene omtrekking van de stelling der Boeren langs de Westelijk zijde mogeljjk was. Juist een week later werd nogmaals eene verkenning gemaakt, toen in Oostelijke richting op Vrijstaatsch gebied. Den 8en verliet eene macht bestaande uit 5 eskadrons lansiers, 2 compagnieën be reden infanterie en 1 rijdende batterij het kamp en trok haar Honing- nestkloof. 's Anderen daags rukte men in twee colonnes Oostwaarts. De linker onder majoor Byrne in de richting van Jacobsdal, de rechter onder Babington mede Eaar de grens van den Yrijstaat om daar te demon8treeren. Het doel van deze manoeuvres was een commando Boeren, dat op marsch was van Jacobsdal naar het Zuiden, af te snijden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 394