375 overhalen om door een algemeenen aanval tot een beslissing te komen. Het was de jaardag vaD Majuba, van de nederlaag der Britsche wapeneD. De herinnering daaraan zou gewis den moed der troepen ten top voeren, doch zulks zeker in niet mindere mate ook dien der Boeren doen. De inzet was hoog, maar 't doel de inzet waard. Roberts stemde toe en vroeg in den ochtend rukten de Canadeezen door de struiken zoo dicht mogelijk naar de Boerenstelling op. Ongeveer 300 M. daarvan verwijderd, werden zij ondekt en een levendig Mau- servuur op hen geopend. Lang duurde het niet. Het gebrek aan discipline moest zich wreken. De in zeer deerniswaardigen toestand (voedsel was schaars, het ver blijf in het kamp ondragelijk) verkeerende Boeren, die reeds den voorgaanden dag bij Cronjé op overgave hadden aangedrongen, maak ten het den waardigen chef onmogelijk in zijn plan te volharden. Cronjé toch had in 't besef, dat als hulp uitbleef, de stelling niet houdbaar zou zijn, beloofd zich over te geven op den 28en, dus één dag na Majubadag. Hij had zich hevig er tegen verzet op dien gedenkwaardigen datum te capituleeren. De wijze, waarop een overgroot deel der zijnen zich aanstelde tijdens den aanval der Engel- schen, schonk hem de overtuiging, dat de moed er uit was, dat tegenstand niet baten zou; Cronjé gaf zich over. De tragische afloop van de zoo roemrijke verrichtingen op het Westelijke oorlogstoonel, kan Cronjé's reputatie niet schaden. Mis schien mag men hem met eenig recht koppigheid verwijten, omdat hij hulp tot het laatst toe als onnoodig van de hand wees, maar voor- loopig is nog te weinig licht over de laatste Februari dagen verspreid, dan dat een critiek op juiste basis zoude kunnen berusten. Wie kan zeggen welke de gevolgen zouden geweest zijp, als Cronjé de volle medewerking der zijnen hadde gehad op een Majubadsg? Het zou toch waarlijk niet voor 't eerst in dezen oorlog zijn geweest, dat de Boeren «et een tienvoudige overmacht in 't strijdperk waren getreden en de overwinnig hadden behaald. Wellicht was 't Cronjé's eenige fout, dat hij een te zwaren wissel trok op de vaderlandsliefde der zijnen. En mocht die vaderlandsliefde inderdaad zoo groot zijn als wij geneigd zijn te geloovet), dan was wellicht de aanhankelijkheid aan den stuggen chef te klein en zeker

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 405