412 Hat oprukken der Engelschen giog traag en eerst in den namiddag werd, nadat bij het overtrekken van eene open vlakte belangrijke verliezen waren geleden, de stormaanval ondernomen. Het baatte niet of met de grootste doodsverachting naar het object werd opge rukt. De verdedigers handhaafden zich ondanks een onophoudelijk en zwaar geschutvuur en wezen alle aanvallen met hunne Mausers af. Bij het vallen van de duisternis wierpen de Engelschen verschansingen op en wachtten daarin den volgenden dag af. Den 24en werd de strijd met voor het Britsche leger even ongun stig resultaat voortgezet; ook dien dag werden zeer zware verliezen geleden en slechts 3 K.M. terrein gewonnen. Buller, die terecht begreep, dat een volharden hem binnen weinige dagen geheel moest uitputten, besloot voor de vierde maal tot den terugtocht en zocht nogmaals den Zuidelijken oever we der op. Eindelijk zocht hij zijn heil in eene omtrekking van den linker vleugel der federalen. Deze beweging beloofde hem juist op dat tijdstip, toen de republikeinen reeds een aanvang met den aftocht hadden gemaakt, meer succes dan toen de toestand van hun Ooster- leger nog geen zorg inboezemde, dus nog niet tot het afzenden van vrij belangrijke contingenten had gedwongen. Nadat de hem verleende wapenstilstand op den 25en verstreken was, zond Buller den kolonel Sandbach uit om een andere drift in de Toegela op te zoeken. Deze drift werd gevonden op eenigen afstand benedenstrooms van den waterval bij Pietersdrift. Den 26en werd de artillerie weder naar den rechteroever overge bracht en een nieuwe pontonbrug op de aangewezen plaats geslagen. Dit alles geschiedde zooveel mogelijk onder begunstiging van den nacht; toch dwong het vuur der federalen de Engelschen tot het opwerpen van verschansingen. Den 27en trok de brigade Barton weder over de rivier, rukte naar het Noorden op en wierp zich op den linkervleugel der stelling van de Boeren op den Pieters- of Spoorwegkop. Gelijktijdig vielen de 4e en de lle brigade, respectievelijk onder de kolonels Norcott en Kitchener, de hoofdstelling der federalen op genoemden heuvel aan. Toen de linkervleugel moest wijken, volgden centrum en rechtervleu-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 446