414 overstrooming van de plaats den wakkeren generaal White van ver deren tegenstand hebben doen afzien. Dat de toestand inderdaad hoogst bedonkeljjk was, bewijst wel de omstandigheid, dat de bele geraars hunnen bevrijders bij hunne laatste poging geen andere hulp konden verleenen dan met de vuurmonden. Bij de groote uitputting van het garnizoen kon van een uitval geen sprake zijn. Die laatste poging had Bulier een verlies gekost van 1946 ge sneuvelden, gewonden en vermisten, terwijl dat cijfer, van af den slag bij Colenso, 5172 bedroeg. Was Ladysmith niet gevallen, het beleg had althans dit voordeel gehad, dat eene dubbele Britsche troepenmacht maandenlang in Natal gebonden was gehouden, dat duizenden Britsche strijders deels voor immer, deels voor den verderen strijd onbruikbaar waren gemaakt en dat de rampen van den oorlog geruimen tijd aan de eigen bevol king waren bespaard gebleven. De federalen waren den 28™ in vollen aftocht doch zouden aan Bulier nog menig bewijs leveren, dat het bezit van Ladysmith lang niet hetzelfde was, als dat van de Drakensbergen en van de toegangen daarover tot beide gemeenebesten. In den Oranje-Vrijstaat hadden gedurende de eerste dagen, volgende op dien van Cronjé 's overgave, geen bijzondere voorvallen plaats. Roberts, wiens plan het was om in Oostelijke richting naar Bloem fontein op te rukken, moest uitgebreide voorzieningen treffen in 't belang van een behoorlijk werkenden transportdienst en had daartoe tijd noodig. De federalen, nog onder den verschen indruk der hun getroffen tegenspoeden, waren meer dan ooit slechts op verdediging bedacht en brachten zooveel mogelijk troepen bijeen om den opmarsch naar den regeeringszetel te verhinderen. Nabij Osfontein hadden zich de afdeelingen van de Wet en de la Rey vereenigd met die, welke onder Louis Botha van Natal waren gekomen, terwijl ook uit 't Zuiden versterkingen kwamen opdagen. Wat Cronjé steeds als onaannemelijk had beschouwd, was geschied Roberts had zich losgemaakt van den spoorweg, dreigde daardoor de commando's in het Noorden der Kaapkolonie af te snijden van die in het hart der Republiek en dwong deze tot het prijsgeven van

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 448