415 hunne stellingen aan de Oranje rivier, d.i. van de Zuidelijke toegangen tot de Republiek. In den Vrijstaat was men het onderling verre van eens of Bloem fontein verdedigd zoude worden, dan wel of men zich zou vergenoegen met het bemoeielijken van Roberts' opmarsch. Getuigt dit hinken op twee gedachten van groote gebreken in de opperste leiding, vergeten mag niet worden, dat de wil van het Boerenvolk van overwegen den invloed is bij de keuze van den commandant-generaal en dat deze op zijne beurt in den volkswil een factor moet zien, waarmede rekening dient te worden gehouden. De bevolking van den Vrijstaat, die van Bloemfontein in 't bijzonder, is meer dan die der Z. A. Republiek vermengd met Engelsch bloed, de antipathie tegen al wat Engelsch is, treedt in eerstgenoemden staat derhalve lang zoo sterk niet op den voorgrond als in de zuster republiek. Moest 't dus zijn dan zou men Bloemfontein liever eene beschieting besparen, dan het later in geschonden staat weder te betre den. Bovendien de stad ligt in een dal en beloofde daardoor voor de verdedigers een Afrikaansch Sédan te worden. Evenwel, dit had te voren overwogen moeten zijn en niet toen Roberts als 't ware reeds onder den rook der stad lag. Omtrent de plaats waar de Boeren ten Oosten van Paardeberg hunne strijdkrachten verzamelden, verkeerde Roberts de eerste dagen na Croojé's capitulatie in het ouzskere. Wel hadden de Remington's verkenners eene Boerenmacht ter sterkte van ongeveer 7000 man in de richting van het Oosten gesignaleerd, doch daar voortdurend afdeelingen der federalen om Roberts' kamp heenzwierven, kon de lijn, waarin tegenstand te verwachten was, wel vermoed doch niet met juist heid worden vastgesteld. Roberts vermeende, dat de republikeinen eene stelling zouden inne men in de lijn Langberg, Aasvogelkop en Hartebeest, eene heuvelrij, welke zich links en rechts van de rivier uitstrekt en der verdediging stellige voordeelen bood. Ook hadden berichten hem geleerd, dat Joubert met de hoofdmacht zich ophield bij Abrahamskraal ongeveer in 't midden van de genoemde lijn. De door de Boeren vooruitgeschoven afdeelingen onder de la R9y en de Wet, die zooals we reeds opmerkten, zwakke pogingea hadden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 449