416
gedaan om Crortjé hulp te verleenen, hadden positie genomen tegen
over het bij Osfontein door Roberts betrokken kamp en hielden aan
weerszijden der Modderrivier den vijand in 't oog.
Het front door deze observatielinie bezet, besloeg ongeveer 10 K.M.,
was gelegen in vlak terrein, waarop zich slechts enkele alleenstaande
kopjes verhieven, en kon aan weerszijden zonder bezwaar worden
omgetrokken. Het lag voor de hand, dat ernstige tegenstand hier
niet te wachten was.
Den 3en Maart rukte French met zijne cavalerie en de rijdende
artillerie ter verkenning uit en nam een kopje op den rechtervleugel
der Boerenstelling onder vuur. Ook den volgenden dag kwam de
cavalerie met de Boeren in contact en hadden er langs het geheele
front schermutselingen plaats.
Eerst den 6en 's avonds werd door Roberts een aanvang gemaakt
met den opmarsch naar Bloemfontein en stelde hij zijn leger opnieuw
in beweging. De wijze, waarop die opmarsch plaats had, geeft aan
leiding tot eenige opmerkingen tot welker goed begrip het noodig is
de legering van de Britsche troepen bij Osfontein te vermelden.
Op den rechtervleugel, d.w.z. ten Zuiden van de rivier, bevond zich
Kelly Kenny met de 6® divisie, welke eene terreinstrook van onge
veer 8 K.M. breedte bezet hield. Het centrum, de 7a divisie
onder Tucker, stond op den linker Zuidelijken-oever, de 96 onder
Colvile ten Koorden van de rivier. De cavalerie-divisie onder
French had plaats genomen op den uitersten linkervleugel, de bere
den infanterie, kolonel Ridley Martyr, op den uitersten rechter
vleugel. Hoewel de totale frontbreedte van de Engelsche positie
bij Osfontein ons niet bekend is, gelooven we deze veiling op min
stens 25 K.M. te mogen schatten.
Wat had nu plaats. Rcbeits gaf aan French last om met zijne
geheele divisie, bestaande uit drie brigades cavalerie, twee brigades
bereden infanterie en zeven rijdende batterijen den linkervleugel der
Boeren te omtrekken. French, die tegenover den rechtervleugel dei-
federalen stond, moest zich dus met 't grootste gedeelte zijner macht,
nl. met de drie brigades cavalerie en minstens vier rijdende batterijen,
langs het geheele front verplaatsen, daarbij de rivier overtrekken om
daarna eene wijde omtrekking uit te voeren. Men overdrijft niet