419 van verzuimen van dergelijken aard ondervinden, toch kan men niet zeggen, dat zij uit de vaak bittere ervaringen leering hebben ge trokken. De oorzaken daarvan zijn de gebreken in hunne organi satie en bovenal het gemis van discipline. Alleen mannen met een aangeboren heerscherstalent als Cronjé, of zij, wier persoonlijke eigenschappen hun de sympathie en hoogschatting hunner onder hebbenden verzekerden (Botha, de Wet, de la Rey enz.) konden er in slagen de nadeelen, welke uit de bovengenoemde gebreken voort vloeiden, door hun optreden te neutraliseeren. De federalen namen in den middag van denzelfden dag een sterke stelling op den Noordelijken oever der rivier in. French bleef hen observeeren, terwijl Roberts' hoofdmacht naar 't Oosten doortrok en 's avonds een kamp betrok nabij Poplar-Grove, ongeveer 8 K.M. ten Noordoosten van Osfontein en ruim 3 K.M. ten Zuiden van de rivier. 16 K.M. meer Oostelijk van Poplar-Grove, ook wel genoemd Po pulierbosch, ligt Abrahamskraal, nabij de samenvloeiing van de Kaalspruit en de Modderrivier. Daar zou naar luid van berichten de hoofdmacht der Boeren zijn samengetrokken om met den meesten nadruk aan Roberts den toegang tot Bloemfontein te betwisten. Yoor de juistheid dier berichten pleitte wel de vrijwillige ontruiming der stelling, die na het gevecht van den 7en door de la Rev en de zijnen op den Noordelijken oever der rivier was ingenomen. Den 9e° zette Roberts zijn tocht naar Bloemfontein voort. Hjj had daartoe zijn legerkorps in drie afdeelingen gesplitst. De 6® divisie, Kelly Kenny, waarbij Porters' cavalerie brigade, zou van French vergezeld in Oostelijke richting den weg naar Abrahamskraal volgen en zette zich daartoe in den avond van den 9en in beweging. De 7e divisie, Tucker, waaraan eveneens eene brigade cavalerie was toegevoegd, zou in nagenoeg Zuidelijke richting naar Petrusberg oprukken, terwijl de divisie Col vile, de 9e, waarbij Roberts zich bevond, tusschen beide eerstgenoemde divisiën zou marcheeren in de richting van Bloemfontein. Ook bij deze bevond zich een brigade cavalerie. In den ochtend van den 10en stuitte kolonel Broadwood op den vijand, die, dit bleek den Engelschen eerst toen, eene stelling had ingenomen, welke met haren rechtervleugel aan de Modderrivier aanleunde en zich in den vorm van een S over verscheidene K. M.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 453