426 was mogelijk geworden en daarmede de positie van Roberts aanzien lijk verbeterd. "Wel is waar vereischte het in volkomen bruikbaren staat brengen van de lijn Springfontein-Colesberg nog een zwaren en langdurigen arbeid, doch de luitenant-kolonel Gironard van de Royal-Engineers had in de eerste behoeften weten te voorzien door de z.g. Wagen brug bij Botha'sdrift voor 't spoorwegverkeer geschikt te maken en de spoorlijn dienovereenkomstig tijdelijk te verleggen. Yóói dat deze tijdelijke voorziening in gereedheid was gebracht, werd het traject Springfontein-Bethulië-Albertjunction-Stormbergjunction- Middelburg gevolgd. De brug bij Bethulië was, hoewel door de Boeren ondermijnd, voor vernieling gespaard gebleveD, omdat het den Engelschen tijdig gelukt was de electrische geleidingen af te snjjden en de kisten dynamiet te verwijderen. Den 16en bereikte Gatacre's voorhoede Springfontein en was Clements reeds op weg naar Philoppolis. Brabant kon niet snel oprukken, om dat hij eene aanzienlijke macht republikeinen bij Rouxville tegenover zich had. Daar toch hadden zich de commando's van Grobler die tegenover Clements en de commando's onder het onmiddellijk bevel van Olivierdie dan eens met Gatacre, dan weer met Brabant in actie was geweestverzameld, waardoor Olivier de beschikking had gekregen over minstens 4000 man met een 12 h 15 tal vuurmonden. Behalve deze macht bevonden zich nog, zij 't ook zeer zwakke, afdeelingen op verschillende hooge kopjes langs den oever der Orai jerivier. Den 20en kwam het bij Bethulië tusschen Olivier en Gatacre tot een treffen, dat ten gunste van de Boeren werd beslist. Even snel als Olivier daar verschenen was, trok hij zich terug. Den 21en bevond hij zich met Grobler in de nabijheid van Thabanchu, waarheen hij zich langs de grens van Basoetoland begeven had. Drie dagen later trok hij met zijn geheele macht tusschen den Rlokolaniberg en den Koramnaberg naar Winburg, 65 K.M. ten Noorden van Ladybrand, een grooten trein met zich voerende. Daarmede was het gevaar van tusschen de troepen uit het Noorden en die uit het Zuiden beklemd te raken afgewend en was de ver binding met de Wet's, zoo men wil, met Botha's troepen verkregen Het zij hier opgemerkt, dat Joubert in de eerste dagen van Maart naar den Vrijstaat was getrokken, dat hij ambtshalve kort daarop

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 460