430 Door het oprukken van Plumer uit het Noorden eenerzijds, van troepen uit Kimberley anderzijds, moesten de Boeren er op bedacht zijn de nadering tot de stad van de uit het Zuiden verwachte troe pen tijdig onmogelijk te maken, en tevens, voor het geval, dat die afdeelingen erin mochten slagen Plumer de hand te reiken, een ge- meenschappelijken inval in de Transvaal te voorkomen. Daarom nam een sterk commando stelling bij Bloemhof, terwijl commandant Eloff zich van Zeerust naar Mafeking begaf om door eene stoute poging die veste ten val te brengen. Den 15en kwam het ten Zuiden van Lobatsi tot een ernstige ont moeting. De Engelschen leden de nederlaag, lieten eenige kisten met munitie en een aantal paarden in handen der Boeren achter, terwijl ook een officier en eenige manschappen gevangen werden ge maakt. Bij de beschieting van hun kamp in den namiddag van dien - zelfden dag verloren zij nog een officier. De toestand veranderde de eerste twee weken weinig. Wel bleven de Boeren het Plumer lastig maken, door o.a, ook zijn étappen aan te vallen, doch het meerendeel hunner verzamelde zich bij Ramathlabama. Daar kwam het den 3 len Maart tot een treffen. Plumer kwam dien dag met 270 bereden manschappen en een maxim ter plaatse aan en rukte onmiddellijk op om de Boeren, die meer nabij Mafeking gekampeerd waren aan te vallen. Het maximkanon bleef onder dekking van eenige onberedenen te Ramathlabama achter, terwy 1 Plumer met de rest den spoorweg volgende tot op 10 K,M. afstand van Mafeking voor waarts trok. Toen het lager dar Boeren zichtbaar geworden was, rukte Plumer voorzichtig verder. In 't midden voerde overste White het bevel rechts majoor Bird, links kapitein Kensman. Na een uur besloot Plumer tot den terugtocht en het was tijd ook. De Boeren toch, die de overmacht hadden, en bovendien over artillerie beschikten, trachtten Plumer in te sluiten en zouden daar in geslaagd zijn als de Engelsche bevelhebber had stand gehouden. Deze wist echter tijdig het gevecht af te breken en op oordeelkundige wijze terug te trekken met een verlies evenwel van 10 dooden w. o. 3 officieren en 27 gewonden, benevens een groot aantal paarden. Bijna de helft der officieren was gewond, ook Plumer zelf.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 464