AFSTAVDSRIT SALATIGA—BATAVIA
Het is op verzoek van eenige officieren, dat ik een verslag van
mijn rit SalatigaBatavia aan het I. M. T. inzend. Dit was
eerst mijn plan niet. Deze rit was toch meer plezierrit dan af-
standsrit, daar het volstrekt niet in mijne bedoeling heeft gelegen
groote afstanden achter elkaar af te leggen of korte tijden te
maken.
Het plan van Salatiga naar Batavia te rijden, bestond bij mij al
lang en in den beginne was het wel mijre bedoeling te trachten
een zoo kort mogelijken tijd te maken en had ik in verband hier
mede gedacht mijn weg over Semarang en verder langs de Noordkust
te nemen. De overweging echter, dat wij met onze ponies toch
nooit tijden kunnen maken, die ook maar eenigszins de in Europa
gemaakte tijden nabij komen, deed me van dit plan afzien. Ik be
sloot daarom de veel meer afwisseling aanbiedende weg door Bagelen,
Banjoemas en de Preanger te rijden en de dagelijks af te leggen
afstanden zoo te kiezen, dat mjjn paard niet van den rit kon lijden
en in goede conditie te Batavia kon aankomen.
Ik reed op mijn paard Balder, lichtbruine sandelhout, hengst, hoog
4 voet 3 duim Rijnl., oud ruim 7 jaar, gewicht 290 K.G.
Ik had hem niet speciaal voor dezen rit getraind, doch het was
hetzelfde paard, waarop ik samen met mijn collega Hekkema op den
19™ Juni 1900 den afstandsrit Salatiga-Ambarawa-Magelang-Djokdja-
Solo had gewonnen. Bij de training voor dien rit had ik zijn da-
gelijksch ration opgevoerd tot 7 K.G. gabah, Ij a 2 K.G. djagoeng
en 25 K.G. gras, waarvan hij dagelijks totaal een klein half K.G.
gabah liet liggen. Na den rit bleef ik hem zwaar voeren: 5j K.G.
gabah, 1^- a 2 K.G. djagoeng en 25 K.G. gras doch trainde hem
overigens niet meer. Ik reed het paard eenvoudig bij den dienst
of 's avonds buiten dienst, al naarmate dit te pas kwam.
Dl. II, 1900. 32