439
's morgens uur K.G. gabah; uur, 1 K.G. gabah; 12 uur
2 K.G. gabah; 6 uur 2 K.G. gabah en 25 K.G. gras. Djagoeng
gaf ik hem niet.
Het paard at met veel eetlust en zag er nog uitstekend uit;
volstrekt niet geflankeerd. De schaving achter den rechter elleboog
was alweer geheel droog en hinderde hem klaarblijkelijk niet.
PoerwokertoMadjenang. Den 24en Juli vertrok ik 's morgens te
5 uur 45 uit Poerwokerto. Ik had een langen marsch voor me en
men had mij medegedeeld, dat de weg grootendeels zeer zwaar was. Ik
ging daarom zoo vroeg mogelijk weg. De bruine liep zeer opgewekt
en was weer geheel uitgerust.
Tot Adjibarang is de weg nog zeer goed, flauw stijgend met echter
telkens vlakke gedeelten, die flinke draftempo's toelaten. Om 7 uur
35 was ik te Adjibarang. Hier slaat de groote weg naar het Noor
den om en begint het voet- en rijpad naar Madjenang. Na Adjibarang
is geen enkele kali meer overbrugd en tot Karang-Poetjoeng is er
geen enkel vlak gedeelte in den weg; hoe verder men komt, hoe
slechter de weg wordt; steeds dwars over steile en hooge heuvels,
door ravijnensoms tijdelijk een kalibed volgend en verbazend glib
berig, loopend over een harden steenbodem. Het was een prachtige
natuur, alles heuvel en boscb, maar qua rijweg meer dan leelijk.
Yan uur tot 9^ uur rustte en ontbeet ik, waarbij mijn paard
afgezadeld en afgetrensd aan een boom gebonden graasde. Om 12£
uur was ik te Karang-Poetjoeng.
Over deze 14^ paal had ik dus, het rusten niet medegerekend 4^
uur moeten doen. Het grootste deel ervan was dan ook door mij
naast het paard afgelegd, waarbij ik zelf soms moeite had niet uit te
glijden en op den been te blijven.
Te Karang-Poetjoeng bleef ik even zitten bij den assistent-wedono
en reed daarna weer door.
Na Karang-Poetjoeng tot Madjenang is de weg vrij wel goed en
vlak. Ik reed 15 20 minuten draf op 10 15 min. stap, en in stap
vaak er naast loopend. Een paar paal voorbij K. P. hield ik nogmaals
3/4 uur halt, twee eieren opetend, die ik nog over had gehouden,
en kwam om 4 uur te Madjenang aan.