452
By de oefeningen in den patrouilledienst wordt bjjzondere aandacht
gewijd aan het houden van verband tusschen troependeelen bij nacht
en mistig weer en in bosschen door middel van nauw hoorbare tee-
kens, het onhoorbaar voorwaarts gaan, het zich aanpassen aan het
terrein naar verheffingen en dekkingen, naar de kleur en de ver
lichting, het passeeren van wegen en van voor het gezicht open
liggende strooken en het waarnemeD, onbeweegljjk stilstaande.
De patrouilles moeten snel en onhoorbaar op zekere punten tirail-
leurliniën met groote tusschenruimten kunnen vormen, deze tirail
leurlinie moet in staat zijn zich ook in moeilijk begaanbaar terrein
te bewegenze moet snel open gedeelten kunnen oversteken en na,
op een gegeven oogenblik, onmiddellijk, zonder fout met het juiste
vizier op het juiste mikpunt gericht te hebben, plotseling het vuur
openen, om daarop zich weder in de patrouille te formeeren, ten
einde even plotseling en ongemerkt te verdwijnen.
Alvorens dergelijke oefeningen te beginnen, moeten de deelnemers
zich goed en snel kunnen orienteeren. Het kaartlezen wordt alzoo-
theoretisch en practisch op het terrein in uitgebreiden zin beoefend.
Ook het orienteeren zonder kaart naar den loop van rivieren, naar
spoor- en straatwegen, naar de zon en verschillende sterrebeelden
mag niet achterwege blijven.
Ten slotte wordt het gebruik van het kompas onderwezen. Nach
telijke oefeningen in het orienteeren mogen niet verzuimd worden.
Zijn de oefeningen in het kaartlezen ver genoeg gevorderd, dan zal
men schetsen naar de kaart, later zonder kaart naar het terrein doen
vervaardigen. Er moet daarbij op gelet worden, dat hetgeen vau
wezenlijk belang is, goed uitkomt. Ook de manschappen moeten
hierin geoefend worden.
De vaardigheid in den op'ischen seindienst, over dag met vlaggen
en 's nachts met lantaarns, wordt verder ontwikkeld. Als optisch
signaalstelsel wordt sedert kort de semaphoor gebruikt en met goede
uitkomsten. Het moeilijke bij het seinen is de keuze der seinsta-
tions, zoodanig dat het verband door middel van het gewapend oog
mogelijk blijft, en het uitzoeken van een geschikten achtergrond.
De moeilijkheden nemen toe in het voorjaar en den herfst in het
gebergte, wanneer de hoogten wel helder zijn, maar in de vlakten.