461 Ieder karakter dient men te bestudeeren en na te gaan, op welke wijze men den gestrafte kan verbeteren, want het strafdetachement dient geen hel te zijn, doch een verbeteringsgesticht. Uit het straf register van den nieuw-aangekomene leert men dikwijls reeds zijn karakter kenneD. Komt een ingelijfde weer bij het bataljon terug, dan moet hij niet zooals helaas zoo dikwijls gebeurt met den vinger nagewezen worden en als een slecht fuselier beschouwd worden, doch dient men hem te leiden en op het goede spoor te houden. Yerder wenschte ik, behalve het vaste kader en desnoods eenige geemployeerden, geen bewakers meer ingedeeld te zien bij het straf detachement, doch de orde te zien handhaven door het kader alleen en eene sterke wacht, getrokken uit het garnizoen, onder commando van een onderofficier van het vaste kader. Men zal mij nu opmerken: „maar Ngawi heeft geen andere troepen dan het strafdetachement en de artilleristen ingedeeld bij den buskruitmolen". Zeer juist, maar daarom wilde ik ook het detachement naar een ander garnizoen ver plaatsen. Maar hiermede gaat gepaard eene geheele reorganisatie, die ik hieronder wil bespreken. Het strafdetachement wenschte ik geplaatst te zien te Tjimahi. Het staat onder bevel van een' kapitein, tevens directeur der militaire strafgevangenis aldaar. Yerder zijn bij het strafdetachement inge deeld 2 Luitenants 1 Sergeant-Majoor 1 Europ. fourier 10 Europ. sergeanten 8 Europ. korporaals (tevens stokkenknechts) 4 Inl. sergeanten 4 Inl. korporaals. De geëmployeerden te commandeeren uit de bataljons van het garnizoen. Deze formatie berust op het geringe aantal ingelijfden, dat er in den laatsten tijd is. In het begin van 1898, vernam ik, dat het aantal ingelijfden nog geen zestig bedroeg, thans zal dat aantal wel niet veel meer zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 495