38
vereenigd konden zijn, dan moet worden erkend, dat de Republiek
waarlijk niet overijld te werk is gegaan, dat zij inderdaad door Enge-
land's dreigende houding gedwongen werd tot het stellen van een
ultimatum.
Op de vraag aan den president der zusterrepubliek OraDje Vrij
staat door de Engelsche regeering gesteld, welke de houding zou
zjjn van die republiek, antwoordde de heer M. Th. Stein, dat, zooals
de Engelsche regeering wist, een of- en defensief verbond tusschen
beide republieken was gesloten (Maart '97) en dat, daar de Oranje
Vrijstaat het optreden van Engeland niet kon goedkeuren, deze staat
vastbesloten was zich aan de zijde der Transvalers te scharen.
Op den dag, waarop als geen gevolg was gegeven aan de in het
ultimatum gestelde eischen, de oorlogstoestand zoude intreden was
de stand van beide partijen als volgt.
De hoofdmacht der Transvalers onder den algemeenen bevelhebber
Joubert, ter sterkte van 9000 man, waaronder 6000 beredenen, wa
gelegerd tusschen Volksrust en Wakkerstroom met reserves te Stan-
derton en Middelburg en de ambulance te Zandspruit, Zjj beheerschte
derhalve de toegangen tot de Republiek in het oosten en zuid oosten.
Onzeker als men in die dagen was van de door Portugal te volgen
gedragslijn, moest de spoorwegverbinding met de Delagoabaai behoor
lijk bewaakt worden om daarlangs, evenals langs die met Port Durban
het oprukken van Britsche troepen te beletten.
Te Komatipoort bevond zich commandant Schalk Burger met onge
veer 2500 man, terwijl detachementen naar het Noorden waren gedi
rigeerd om de overgangen over de Limpopo in 't oog te houden*
Van uit Matabelaland toch waren strooptochten onder leiding van
Dr. Jameson en kolonel Plumer niet onwaarschijnlijk.
In het gebergte tusschen Vrijheid en Wakkerstroom stond een
sterk commando Transvalers gereed om op het eerste bevel de Buf
falo over te gaan en van de oostzijde in het wigvormige gedeelte
van Natal te vallen, terwijl dat gedeelte aan de Westzijde werd
bedreigd door Vrijstaters, die in den van Reenenspas en in den
Bothaspas gelegerd waren.
Totaal bevonden zich in de onmiddellijke nabijheid der Natalsche
grenzen ongeveer 13000 man.