zwjjnderij. Het andere woord waaronder wij tegenwoordig de ziekte kennen, nl. lues, beteekent pest, ramp. Wel wist men, dat de buitenechtelijke geslachtsgemeenschap aan leiding tot besmetting gaf, doch omtrent de ware oorzaak doolde men tot het begin onzer eeuw in gissingen. Geslachtelijke ge meenschap met varkens en honden, perverse sexualiteit en bovenal het cunnilinque (het belikken der genitaliën) werd als oorzaak der ziekte aangezien. Niet gemakkelijk kwam men tot andere inzichten. Slecht brutale individuen (waaronder anonymi) die de Syphilis op zieken en kinderen entten (en met succes), martelaars der wetenschap die entproeven namen op zich zelf en eindelijk Syphilis inentingen als geneesmiddel toegepast in Noorwegen, brachtten in de eerste helft onzer eeuw licht en Ricord, een Pransch medicus, die van 1831 1837 1500 entproeven nam, bracht klaarheid in onze begrippen. In 1857 stonden we op het tegenwoordig standpunt nl.: le. Er zijn twee streng gescheiden Morbi Veneris, de druiper en Syphilis. 2". Er bestaan twee soorten van Syphilis. Hierover is zeer veel en wordt zelfs nog gestreden. Veel meer dan 20 jaar geleden neemt men weder aan, dat er slechts één soort Syphilis is, in twee vormen nl. a, de weeke chancer, die meestal niet b, de harde chancer, die wel constitutioneel wordt. De oorzaak moet worden gezocht in bacteriën. Gaan we nu in 't kort de verschijnselen na: Drie tot 7 dagen na geslachtelijken omgang met een met druiper- stof besmet individu begint bij den man de pisbuis te jeuken, de urineloozing is pijnlijk, heet (chaude-pisse noemt de Pranschman de ziekte) en na één of twee dagen heeft de lijder een etterige uit vloeiing uit de pisbuis. Beginnende voorin kan zich de infectie uit breiden naar het achterdeel der pisbuis, naar de voorstanderklier, naar den bijbal, naar de blaas, naar de nieren, kortom naar alle deelen van het urogenitaal apparaat. Op hun weg naar het lichaam worden de druiper-bacteriën tegengehouden door de liesklieren, die bij de gonorrhoe dan ook altijd gezwollen zijn en bubo(ne)s vormen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 511