meestal gepaard gaande met heftige pijn, kwellen den lijder maar al
te vaak. Door hoofdpijn slapelooze nachten matten hem af. Lever,
milt, Dieren, hart en bloedvaten kunnen ziek worden. Verzweringen
van het verhemelte, waardoor een doorgang ontstaat van de mond-
naar de neusholte, dwars door het verhemelte heen, zijn zoo weinig
zeldzaam, dat ze in ieder hospitaal bijna altijd verscheidene tegelijk
gevonden worden. Verlies van het kraakbeen der neus en ten gevolge
daarvan een zoogenaamde zadelneus komt zeer dikwijls voor.
De oogen, en vooral het regenboogvlies, zijn dikwijls zoo aange
daan dat er geheele of gedeeltelijke blindheid op volgt en ten slotte
kuanen door aandoening der hersenvliezen en der hersenen allerlei
zenuwziekten ontstaan. Verlammingen van bepaalde lichaamsgedeel
ten, krampen ja wat al niet komen daardoor bij Syphilis voor.
Eindelijk vindt men in de krankzinnigengestichten een zeer groot,
zoo niet het grootste, deel der lijders, waarbij als oorzaak van bun
psychose Syphilis moet worden aangenomen.
In het 3e stadium is de Syphilis hereditair. D. w. z. dat de vader
syphilitische kinderen kan verwekken, zonder de moeder geïnfecteerd
te hebben.
Bij deze ongelukkige stumperde kunnen alle verschijnselen van
tertiaire Syphilis voorkomen. Moeder natuur helpt hier, Gode zij dank,
zeer dikwijls óf door miskraam óf door doodgeboren kinderen óf door
onvruchtbaarheid.
Meen nu niet Mijne Heeren, dat ik u een afschuwelijker beeld der
Venerische ziekten heb willen schetsen, dan wij medici gewoon zijn
voor oogen te hebben. Integendeel ik heb u zoo eenvoudig mogelijk
wat van de verschijnselen opgenoemd, zonder eenige overdrijving,
zonder eenigen ophef. Een gevoel van walging, heb ik dan ook altijd,
wanneer ik soms jonge en beschaafde mannen mot onverschilligheid,
ja dikwijls zelfs met een zekeren bluf hoor spreken over hun Vene
rische ziekte, alsof 't een zaak ware van ondergeschikt belang.
Onwetendheid, maakt ze onschuldig aan opzet. Daarom evenwel
ook acht ik het nuttig, dat beschaafde maunen er meer van weten.
Van oudsher echter noemde men de Venerische ziekten „geheime
ziekten" wel een bewijs van schuldbewustzijn der dragers. Ware
het nu niet wenschelijk, dat vaders en moeders meer ervan afwisten