14 fuselier behalve voor Venerische ziekten ten deele vrijwaren voor andere uitspattingen en vele ontberingen. Ten laatste wil ik behandelen de voorzorgsmaatregelen, die geno men kunnen worden om infectie te voorkomen na een misschien onreinen bijslaap. Nu de fuselier van den echtelijken staat moet afzien, bewandelen wjj den immoreelen weg. Welnu, dat die weg dan zoo effen moge lijk zij en geen struikelblokken hem nog verder in 't verderf voeren. Laat dan de Staat zorgen voor publieke huizen, waarin vrouwen, die aan strenge keuring zijn onderworpen. Er is niets nieuws onder de zon en trots onze beschaving zijn we weder aangeland in de dicterions van Solon. Laat de bezoeker van de publieke huizen streng geneeskundig worden onderzocht. Is dit nu voldoende? Indien dit onderzoek betrouwbaar was ja, maar dat is het helaas niet. Publieke huizen als Staatsinstellingen met uitsluiting en strafbaar stelling van geheime prostitutie is mogelijk. De geneeskundige keuring der vrouwen geeft vrij groote zekerheid omtrent hun ge zondheid. Ik zeg vrij groote zekerheid, want absoluut is die zekerheid niet. Collega Oven en ik, die de prostituees bestemd voor de ge vangenen keurden, deden dit met de grootste accuratesse en toch zagen wij daar soms nog infectie met Venerische bacillen. Bij de mannen acht ik die keuring vrij wel onmogelijk. Een soldaat met een chronischen druiper en zeer weinig vochtafscheiding meldt zich niet ziek. Indien hij niet al te langen tijd voor een inspectie heeft geu- rineerd, bemerkt ook de officier van gezondheid niets van den druiper. Hij blijft dus rondloopen, vaak zelfs zonder iets van ziju chronischen druiper te weten, doch infecteert, al is 't niet bij iederen ceïtus, de vrouw. Betere keuring? Collega van Haeften merkte in het Indisch Militair Tijdschrift N°. 5 van 1899 reeds op, dat onze hospitalen waarschijnlijk overvuld zouden raken met zieke militairen. Waarschijnlijk? Ik durf zeggen zeker. De goutte militaire heeft bijna iedere fuselier. Onlangs liet ik op een zaal van 45 lijders, die niet merkbaar aan M. V. leden, de eerste morgenurine bewaren. Bij 44 vond ik daarin een wolkje, dat met vrij groote zekerheid M. V. bewijst. Was dit getal een toeval? Stellige conclusies mogen er zeker niet uit getrokken worden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 520