70 Het kruipend voorwaarts gaan in terreinplooien, dikwijls met grooten omweg, het zich dekken achter een in de hand medegevoerden afgebroken tak of struik ziet men nimmer; en toch moet het daarheen. Ook het in stelling komen op een heuveltje moet geleerd worden, het moet den man worden voorgedaan hoe hij met het hoofd opgericht (natuurlijk zonder hoofddeksel) langzaam op zijn buik naar boven moet kruipen, tijdig halt houden en dan zijn geweer voorzichtig moet vooruitbrengen om te zien of hij zoo zijn schot opgelegd natuurlijk - kan afgeven. Ook langs de linkerzijde van den heuvel, links van een boom, links van een steen moet de soldaat gedekt kunnen vuren. Daar ik den laatsten tijd veel in deze richting oefen en daardoor de enorme tekortkomingen gezien heb, breng ik deze zoo natuurlijke zaken onder de aandacht van de collega's, daar het leergeld in later tijden duur, zeer duur zou kunnen zijn. In verband met het bovenstaande is eene wijziging in de schietopleidino- zeer gewenscht: aan het individueel gevechtschieten moet eene grootere plaats worden toegekend; de cirkelschijf moet „schijf-loterij" blijven, wij hebben slechts oorlogsdoelen noodig, de oefeningen kunnen daardoor zeer vereen voudigen. (Zie ook het degelijk artikel in de „Revue mil. Suisse" van Febr. 1900). Zoolang echter de bataille-formatie en de pelotons-colonne als vormen voor het gevecht in de reglementen gehandhaafd blijven, zullen we de model-houding niet kunnen missen, de model-houding, waarin de man gedwongen en gewrongen moet worden, al schiet hij daardoor ook slechter. [In de „Illustr. Zeitung" van 8 Febr. 1900 vinden we reproducties van photografieën waarop links schietende Boeren en in „Black and White" zelfs van links schietende Engelschen, welk een ketterij!] Zoolang we de loopgraaf voor het 2 gelederen-vuur voorgeschreven en de stormcolonne in de reglementen gehandhaafd zien, kan het ons ook niet verwonderen, dat ons des morgens de salvo's der gevechts- en velddienst oefeningen in de ooren klinken, met eene totale minachting voor de zware eischen der munitieaanvulling. Neen, wij hebben geen salvo's nood.g; a s we er in geslaagd zijn de menschen zoo te oefenen, dat zij werkelijk gedekt zijn in het terrein, en gedekt en opgelegd ieder voor zich, hun gericht schot afgeven, dan heeft de vijand salvo's noodig om het terrein te doorzoeken, om te trachten door toevalstreffers den tegenstander te verjagen, die hem ongezien zoo enorm afbreuk doet. Bij ons moeten de salvo's minder dan nu het geval is op den voorgrond treden, maar meer dan vroeger vergt de „Einzelausbildung" van den soldaat onze aandacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 94