allerhande. De grot van Aloeë Pakoe. Het verhaal van „Rechercheur" over het succes eener Amboineesche compagnie van het 3e Bataljon, onder commando van den kapitein Glaser, bij de grot van Aloeë Pakoe, voorkomende in het bijvoegsel van de Java-bode van 8 Januari 1900, zal door velen met spanning en bewondering zijn gelezen. De grootste emotie in ons verwekte evenwel de Volharding door onzen vijand aan den dag gelegd. De affaire hier in zijn geheel te herhalen is overbodig en daarom slechts een kort relaas. Door het kalm en beleidvol optreden van den kapitein Glaser gelukte het onze troepen op 29 November 1899 jl. Toekoe Bin Taroq met ongeveer 30 volgelingen te dwingen eene schuilplaats te zoeken in de nu historisch geworden grót van Aloeë Pakoe. De vijand was dus ingesloten en had geen anderen uitweg, dan den door ons streng bewaakten doorgang. Bovendien had de vijand geen eten, geen frissche lucht en slechts druppelsgewijze kon hij water opvangen. En toch M.M. H.H. hield de vijand het langer dan 16 dagen uit, terwijl de fiere Toekoe Bin Taroq, op onzen eisch van overgave, liet weten, dat hij liever den hongerdood wilde sterven, dan zich op genade of ongenade te moeten overgeven. Wij bewonderen zoo vaak den moed en de volharding van het Ind. leger. Maar al zijn het nu slechts A'jehers is het nu ook niet billijk, en is het nu ook niet onze plicht, onzen fleren tegen stander Toekoe Bin Taroq en zijne getrouwen het eeresalut te geven Eere wien eere toekomt Pen belangrijk verschil van meening met Slagpin. In No. 1 van het I. M. T. van dit jaar schrijft Slagpin op bldz. 17 „Wij moeten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 173