VRAAGSTUKKEN VAN DEN DAG. De schietopleiding der Infanterie II. Evenmin als de medicus, die zich bepaalt tot eene symptomatische behandeling van eenen patient, blijvende resultaten verwachten kan, omdat slechts door wegneming van de aanleiding der ziekte eene radicale genezing te verwachten is, evenmin mag men zich vleien met eene bepaalde verbetering in de schietuitkomsten, zoolang men weigert op de oorzaak te letten en daardoor het materiaal niet voldoende ver licht om het mogelijk te maken aan de eischen te voldoen. De wijsbegeerte leerende, dat een verschijnsel meer dan eene oor zaak kan hebben, omdat meerdere oorzaken zich onder dezelfde wer king kunnen openbaren, zoude het onlogisch zijn te willen aannemen, dat de slechte schietuitkomsten slechts één oorsprong hadden. De physische gebreken van den schutter als slechte oogen, lichamelijke zwakte en het beven van den dronkaard, de onmogelijkheid om een aequivalent te vinden voor den factor „het gevaar", de niet te over komen fout, dat men de doelen anders voorstelt dan ze in werkelijkheid voorkomen, getuigen trouwens, dat de kwaal door meerdere bronnen wordt gevoed. Zou de keuring bij indiensttreding of bij reëngagement, meer dan nu het geval is, personen kunnen weren, welke onvoldoend ontwikkel de spieren hebben, zou het aantal individuen, dat klaagt over gezichts- soherpte, na aanneming, tot een minimum teruggebracht kunnen worden door bedacht te zijn op de mogelijkheid, dat de optotypen van buiten te leeren zijn wanneer zij altijd op dezelfde manier worden aangewe zen en dat de handlanger gevoeligheid kan betoonen voor een weinig

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 258