DE WET HOUDENDE INSTELLING VAN DE MILITAIRE WILLEMS-ORDE. Mochten de, omtrent bovenstaande wet in de 5e aflevering van dit tijdschrift, verkondigde denkbeelden 'bij velen instemming vinden, en is de hoop zelfs eenigszins verlevendigd, dat de herziening der wet andermaal de aandacht van de regeering waardig gekeurd zal worden, daarnaast moet de vrees blijven bestaan, dat de afdoening evenals in 1885, 1891 en 1896 ad calendas graecas zal worden gesteld. Zijn mij betreffende de hoofdpunten van mijn betoog geen ernstige bedenkingen tegengevoerd, en lijken de mij welwillend medegedeelde opmerkingen aangaande punten van ondergeschikt belang niet van dien aard, dat zij het tot standbrengen van eene goede oplossing kun nen in den weg staaD, één dier opmerkingen gewerd mij echter van verschillende zijden en ik acht het daarom billijk haar recht te laten wedervaren naast hetgeen door mij terzake is aangevoerd. Het geldt het kruis, het juweel der orde. Men zal zich herinne ren, dat ik het mooie emaille kruis te broos, te kwetsbaar noemde en er op wees hoe dientengevolge al te vaak geschonden, ontsierde kruisen gedragen worden, omdat het vernieuwen van een gebroken kruis (ad f 13,31) boven de middelen van den soldaat gaat. Het kruis der M. W. O. is daardoor een onpractisch soldatenkruiB, het is niet bestand tegen het ruwe soldatenbedrijf. Hoewel dit door niemand ontkend wordt, kunnen vele ridders toch niet meegaan met het voorstel om het juweel dooreen minder glans rijk, minder kleurrijk, maar sterker en toch sierlijk kruis te vervangen. Zij wenschen blijkbaar, dat het eereteeken niet alleen door innerlijke waarde zijne beteekenis heeft, zij stellen zich zelfs niet tevreden met sierlijkheid aan eenvoud gepaard, maar zij willen behouden het kruis, dat traditionneel verbonden is aan de orde, zij zijn gehecht aan het juweel, dat in honderd stralen van glazuurschittering prijkt op hunne borst. Ik kan hun trouw aan het kruis billijken en voel gaarne met hen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1900 | | pagina 407