386
krachtdadig zoude kunnen medewerken, omde
Indo-Europeesche bevolking te vernederlandiseeren.
Er zoude vrij wat meer kans op het tegendeel zijn.
Dat Einbürgern met Nederlandsche beginselen van Indo-Europeanen,
o.a, middels veertiendaagschen periodieken aanvoer van officieren
totoks vinden wij zoo kluchtig, dat het ons moeite kost er aan te
gelooven, dat het werkelijk in ernst gedrukt staat; zie blz. 587 en
588 van de reeds meergenoemde Augustus aflevering. Men moet
Indië al bijzonder weinig kennen, om van dien kant de voordeelen
eener fusie te durven gaan bepleiten.
Een yepensionneerd Indisch
Hoofdofficier.
Nederland, 23 Augustus 1900.