432
de uit het Noorden verschenen commando's, welke tegen Plumer hadden
geageerd, omstreeks de helft der maand meer kon worden aangehaald.
Den 27en werd de stad na een hevig bombardement weder aange
vallen, toen van de Noord- en van de Zuidzjjde. De verdedigers,
die vooral de laatste maand zwaar te lijden hadden gehad van typhus
en spijsverteringsziekten, de gewone metgezellen van slechte voeding,
boden met gunstig gevolg aan die herhaalde aanvallen weerstand.
Den 31en bleken de belegerden nog krachtig genoeg om met Plumer,
die zooals we reeds melddeD, dien dag commandant Snijman uit het
Noorden aangreep, samen te werken.
Den 5en April kon Baden Powell nog een kafferbericht wegzen
den met de mededeeling, dat „alles wèl" was.
Men had in de veste vernomen van Cronjé's capitulatie en van het
ontzet van Kimberley, en voedde de hoop, dat ook voor Mafeking
eerlang betere dagen zouden aanbreken. Vaster dan ooit was men
besloten stand te houden, al kon de datum van het ontzet nog in
het verre verschiet liggen. De houding van Baden-Powell, die de
zijnen zoo krachtig wist te inspireeren, dwingt ieders eerbied af.
Wordt vervolgd).
E. S. de Klerck.