- 88 aan het hoofdwapen niet den steun kan verleenen, dien het behoeft. Zeer onjuist klinkt ons in de ooren het mede gedeelde op blz. 204, luidende aldus: A Heen dan zal de artillerie weder een gewaardeer den steun aan de infanterie kunnen verleenen tegenover den inlandschen vijandwanneer zij beschikt over een materieeldat of veel lichter is bij gelijke uitwer king of eene veel grootere materieele uitwerking heeft bij gelijk gewicht" „De juistheid dezer beweringen wordt bewezen door het verloop van den Atjeh-oorlog sinds de invoering van het geweer M. 95. Van af dien tijd heeftnaarmate het geweer beter bekend werd de berg artillerie minder gepresteerden werd steeds meer het streven merkbaarhaar thuis te laten. Van een kanon van 7 c.M. K. A. als het onzekan de infanterie bij hare uitmuntende bewapening geen steun verwachten en ivordt daarom de moeite van den nasleep in den breede uitgemeten" In de eerste plaats blijft het ons een raadsel, dat de heer d. F. na beweerd te hebben, dat ons berggeschut de infanterie niet meer kan steunen door de onvoldoende uitwerking harer projectielen dien steun wel denkt te kunnen verleenen uit „em materieel veel lichter bij gelijke uitwerking"dus met een materieel, waarvan de uitwerking eveneens onvoldoende is. Maar vooral is het de tweede der aangehaalde alinea's, welke ons treft. Wel is waar werd sedert de invoering van het geweer M. 95 te Atjeh geen groot gebruik meer gemaakt van de artillerie, maar zulks is geenszins het gevolg van het feit, dat men van de artillerie geen steun meer kon verwachten, doch alleen ge schiedde dit, omdat men den steun der artillerie niet meer behoefde en er voor dit wapen in deze terreinen geen werkkring te vinden was, die de moeite van het medenemen billijkte. Een ieder, die den Atjeh-oorlog der laatste jaren van meer nabij kent, zal moeten toegeven, dat het karakter van den strijd sedert het gewijzigd tactisch optreden (toevallig ongeveer samen vallende met de invoering van het geweer M. 95), geheel is veranderd. Tegenover een groote moedeloosheid en een be langrijk verminderd fanatisme aan de zijde van den Atjeher

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 102