94 nemen projectielsoortBovendien is communicatie tusschen ge vechtsbatterij en gevechtstrein dikwijls tijdroovend, waar de dieren elkaar op smalle wegen moeten passeeren, hindernissen ontmoeten, enz., zoodat het zeer noodig is om ook bij de ge vechtsbatterij bijv. 20 pCt. brisante granaten mede te voeren. Zoolang men de belasting der muildieren niet vermindert, bijv. door het construeeren van een lichteren draagbok, achten wij het medenemen van 2 kartetsen aan de affuit bezwaarlijk, daar deze met hunne kokers het te dragen gewicht der opgeladen dieren met ongeveer 10 K.G. vermeerderen. Het materieel dient natuurlijk ook te kunnen worden getrok ken; niet zoozeer om de redenen, welke de heer de F. aangeeft, maar voornamelijk omdat moeilijkheden in het terrein, die met opgeladen dieren niet kunnen worden overwonnen, nog zeer dikwijls zonder moeite genomen kunnen worden met aangespan nen stukken, desnoods getrokken door twee vóór elkaar gespan nen dieren. Daartoe is het echter zeer wenschelijk, dat het voorste muildier in afwijking van het betreffende voorschrift, rechtstreeks trekt aan het dwarshout van het lamoen, een me thode, die bij de 4e bergbatterij sedert geruimen tijd met veel succes werd toegepast. Bij steeds opgeladen batterijen is boven dien het procent drukkingen aanzienlijk hooger. Onze kennis van snelvuurgeschut kunnen we slechts putten uit eenige buitenlandsche bronnen, die den belangstellende even zeer ten dienste staan. Het bovenstaande wordt dan ook niet den lezer aangeboden om licht te doen schijnen over bedoeld onderwerp, doch alleen om onze bergartillerie hoog te houden, waar zij dat verdient. Bij de ophanden zijnde expeditie naar Samalangan zal zij naast andere wapens eene belangrijke rol hebben te vervullen. Moge zij dan toonen voor hare taak te zijn berekend. Kota-Radja, 28 September 1900. H. C. J. Smeets.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 108