FUSIE-ANIMOSITEIT. In de laatste aflevering van dit tijdschrift kwam over „Sa menstelling der officierskaders" van de hand van een gepen- sionneerd Indisch hoofdofficier, een opstel voor, dat, tot bestrij ding van den schrijver der bekende fusie-brochure, eene rich ting inslaat, waarin m. i. niet verder voortgegaan mag worden, eene richting, waarin het zelfs te betreuren is, dat door dien oud-hoofdofficier reeds eene schrede gedaan is. In dat artikel worden tegenover de zoo vaak genoemde en te recht geroemde officieren van het Nederlandsche leger Buijs van Hoogstratenvan AerssenBoschvan Tienhovenenz., wier verdiensten algemeen erkend worden, voorbeelden gesteld van enkele andere in Indië gedetacheerd geweest zijnde officieren van het Nederlandsche leger, die geen schitterend figuur ge maakt hebben of wier gedrag zelfs laakbaar is geweest. Dit keur ik ten 'sterkste en ten stelligste af, omdat daarbij natuurlijk geen namen genoemd mochten worden en het dus kwaad bloed moet zetten bij velen, zonder dat daaraan eenig nut verbonden is. Zelfs de verklaringen van den oud-hoofd officier, dat deze minder goede officieren de gemiddelde Durch- schnitt evenmin representeeren als de verdienstelijke enkelingen, zal niet kunnen voorkomen, dat die vermelding de kameraden van het leger in Nederland pijnlijk treft. Ware het noodig of nuttig geweest voor een betoog ter be strijding der fusie, dan zou ik de toepassing van het middel toch nog betreuren, maar dan kon dit althans als verschooning gelden, maai het is daartoe van geenerlei nut. De schrijver der brochure immers haalt die mooie voorbeelden aan om te bewijzen, dat officieren, welke geen speciale Indische oplei ding hebben gehad in Indië toch goed kunnen voldoenen stelt men daar nu anderen tegenover, die minder goed vol-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 109