97
Zelfs al kregen wij dan in Indië niets dan officieren, dieMa-
leisch kenden, en al zouden alle ouderen in Indië gediend heb
ben, dan nog zou de fusie een ramp zijn, omdat wij geen of
ficierskorps meer hadden, dat in merg en been, in hoofd en hart,
in denken en werken Nederlandsch-MscA was.
Dit heeft de schrijver der brochure mede over het hoofd ge
zien, waar hij zijn betoog ook in een ander opzicht meent te
steunen door herhaaldelijk namen te noemen van officieren van
het Indische leger, welke jaren achtereen in Nederland door
brachten en dan in Indië teruggekeerd weer terstond met goed
gevolg aan den arbeid togen. Daarbij heeft hij vergeten, dat die
officieren in Nederland officieren van het leger in Indië zijn ge
blevenwat zij zagen, studeerden, opnamen, zij deden het met
het oog op het leger in Indië, hetgeen met fusie-officieren niet
het geval zou zijn. Het verblijf in Holland van die officieren
van ons leger is daardoor geen verwijdering, geen vervreemding
van Indië geweest, hetgeen met fusie-officieren als regel wel het
geval zou zijn.
Moet erkend worden, dat de schrijver der brochure, door zijn
telkens schermen met personen en met voorbeeldjes, uitgelokt
heeft tot een bestrijden op dezelfde wijze, toch spijt het mij,
dat van de zijde der tegenstanders der fusie iemand in die
hinderlaag geloopen is. Onze zaak is te goed, staat op te hechte
gronden om haar in gekibbel over personen en over voorbeeld
jes te doen verwateren, laten wij den schrijver der brochure
daarin niet volgen, maar tegenover zijne persoonlijkheden ar
gumenten blijven stellen.
Si Anoe.
Dl. I, 1901.
7