L. TH.
MAIJERS' CKITIEK OP MIJN
GRAMMATICA.
(Ind. Mil. Tijdschrift 1900).
MALEISCHE
Op verzoek der Redactie schreef de heer L. Th. Maijer voor
dit tijdschrift een beoordeeling van mijn Maleische grammatica.
Aan mij de taak, die beoordeeling te lezen en met aandacht
te overwegen. Maar mag ik ook tegen de critiek opkomen,
wanneer ik na de bestudeering er van tot de overtuiging ben
geraakt, dat het oordeel niet op deugdelijke gronden rust?
Het wil mij voorkomen, dat ik dat recht wel degelijk heb
en ten opzichte van de critiek van den heer M. wil ik er ge
bruik van maken.
Ik doe dit niet omdat zijn oordeel ongunstig luidt.
Had de heer M. in antwoord op het verzoek der Redactie
haar geschreven, dat hij mijn werk reeds bij eerste kennisma
king zoo vervelend vond, dat het hem niet lustte het te be-
studeeren, zoodat hij er derhalve overigens geen oordeel over
uitspreken kon; en had de Redactie zijn schrijven in haar tijd
schrift laten drukken, stellig en zeker had ik er het zwijgen
toe gedaan.
Nu echter de heer M. wel een critiek heeft geschreven, maar
een zoodanige, dat er met afdoende zekerheid uit te constateeren
is, dat hij mijn hoek niet heeft bestudeerdeen zoodanige, dat
hij zelfs de verdenking op zich laadt het niet eens goed te
hebben gelezen, nu wil ik mijn stem tegen een dergelijke wijze
van critiseeren doen hooren, hoe weinig aangenaam de taak,
welke ik mij zoodoende opleg, ook moge zijn.
De heer M. bespreekt haast niet meer dan de voorrede en
Hoofdstuk I, benevens nog een bladzijde uit het midden. Vooral
uit zijn behandeling van het le hoofdstuk is men geneigd af