102 uit genoemde studiën, noch uit mijn werk heeft de heer M., geleerd of begrepen, dat woorden als 'ana* 'oeta* 'indoe' ënta'oio* alle sluiten met denzelfden klank—niet letter— waarmede zij beginnen. Niet minder duidelijk blijkt het gebrek aan kennis op het gebied der phonetiek, uit de opmerking over de spelling cur, of vol gens het door mij gebezigde phonetische schriftsysteem'dhir 1). De tusschen haakjes gestelde vraag „(waarom niet h&hir?)" doet de deur dicht. Ook hier weer, evenals boven waar de heer M. volgens mijne leer 'oeta* in Ar. schrift meent te moeten schrijven verwarring van klankAr. letter en Lat. letter. Die beginletter ft, naar 's heeren M. 's meening de grootste van alle dwaasheden op het gebied van schriftzou echter juist voor hen, die het Mal. A weergeven met ajar of ajer, niet zoo heel vreemd zijn. Wijl toch de Maleier zoowel *jl als zoowel als zoowel ^1.) als Jiy,-, schrijft, zoo zou het geen bevreemding wekken, indien ook y[n> naast y) werd aangetroffen. En de heer M. zou alsdan evenzeer hajar of hajer schrijven, als thans hoedjan en hoetan. Het is hier de goede plaats eens melding te maken van een internationale vereeniging van taalkundigen, met een zeer groot aantal leden, voornamelijk leeraren, die uitgaan van het principe, dat bij het onderwijs in levende talen de eerste plaats moet worden toegekend aan een zuivere uitspraaken die de aan te leeren taal aanvankelijk voor hun leerlingen afbeelden met een zuiver phonetisch schift. Het orgaan dier vereeniging, in pho- netisch schrift geschreven, bevat zoowel stukken in het Russisch als in het Engelschin het Arabisch zoowel als in het Noorsch. Er is uit dat blaadje op het gebied van taalstudie en taalonder wijs wel een en ander te leeren. (i Niet 'aAir, zooals de heer M. citeert.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 116