104
gde tot nieuwe klanken geworden verbindingen nggngk moeten
bespreken. Evenzoo bij de labialenmft, etc.
Zoo schrijft ook Dr. N. Adriani in zijn studiën over de talen
der To Sada en der To Waduo. a.
„Van de Gutturalen vindt men in 't Sada'sch en Wotu'sch:
k, ngkg, nggng,
„Labialen: p, mpb, mbkomen in 't Mak. Bug. S. en W.,
Barée, Par. Napu'sch enz. voor."
Met bovenstaande denkbeelden, die niet uit theoretische be
spiegelingen geboren, maar eenvoudig het resultaat van waar
nemingen zijn, hangt de verdeeling van een woord in letter
grepen—beter ware klankgroepen ten nauwste samen.
Zoodra men de overtuiging heeft, dat het juist is, de verbin
ding ngg als één klank te beschouwen, dan weet men ook. dat
bijv. panggil bestaat uit de syllaben pa-nggil.
Een uitspaak van dit woord, waarbij de hoorder den indruk
ontvangt, dat ng de eerste syllabe sluit, terwijl g de tweede
opent, is niet Maleisch.
De vrees van den heer M., dat men nu ka të-mpat o-rang
Boe-gis zal aanzien voor ka-ta ë-mpat o-rang Boe-gisdoet tot deze
bestaande feiten niets af, absoluut niets. De klankwetten der
Maleische taal zijn volmaakt onafhankelijk van dergelijke per
soonlijke gevoelens.
Dit, aangaande de van mijn boek, over verdeeling in let
tergrepen.
In aansluiting met het voorgaande, kan thans ook de oplossing
gegeven worden van het door den heer M. opgeworpen raadsel,
of nu volgens deze theorie bë-riboe geschreven moet worden voor
bër-iboe.
In mijn boek leerde ik, dat bij gewoon vlug spreken, de r die
als overgang dienst doet tusschen het praefix be en een met den
hamza-klank beginnenden stam, om zoo te zeggen wordt over
gehaald; zoodat de 1 verdwijnt en de volgende vocaal op de r
overgaat. Bij gewoon spreken is dus geen verschil te hooren
tusschen de afleiding met bë van den stam iboe en de afleiding-
met hetzelfde praefix van den stam riboe. Bij langzaam spreken