110 zelfde als de z. g. Fransche methode, met uitzondering, dat er in onze methode meer methode ligt, daar bij den gang van het onderwijs ons Voorschrift meer is gebaseerd op eene geleidelijke opklimming der techniek, ten dienste van het mindere kader, welke schermonderwijzers voor den troep, en geen concours werkers moeten worden. Ik houd mij ervan overtuigd, dat Si Anoe dit artikel niet zal beschouwen als persoonlijk doelende op hem, omdat wij het op vele punten misschien geheel met elkander eens zijnik gebruikte zijne aanhalingen alleen als uitgangspunten om mede te deelen wat mij reeds lang op het hart ligt, en ben Si Anoe daarom dankbaar, dat hij mij door zijn artikel, daartoe eene aanleiding verschafte. S. Naschrift. Gelijk reeds in de noot op blz. 108 werd aangeteekend, wil de redactie hier gebruik maken van de haar geboden gelegenheid om met een enkel woord de aandacht te vestigen op den Ko ninklijken Officiers Schermbond, eene vereeniging, die den lsten Januari 1897 werd opgericht en sedert in Nederland ten op zichte van de beoefening van het schermen onder de officieren reeds zeer goede vruchten afwerpt. Om eenig idee te geven van de wijze, waarop de Vereeniging werkt, worden hieronder in de lste plaats opgenomen de artn. 1 t/m 4 en 7 der bij Kon. besluit van 17 Oct. 1899 No. 27 goed gekeurde statuten: Doel. Artikel 1. De Koninklijke Officiers-Schermbonclgevestigd te 's-Gravenhage, stelt zich ten doel de beoefening der schermkunst te bevorde ren onder de Officieren van het Nederlandsche Leger, het Ne- derlandsch Oost-Indisch Leger, de Landmacht in West-Indië, de Koninklijke Nederlandsche Marine en het Korps Mariniers. Artikel 2. Onder de Officieren, bedoeld in art. 1, worden verstaan de Officieren, welke worden genoemd in de „Naam- en Ranglijst

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 124