Ill der Officieren van het Nederlandsche Leger en van dat in Ne- derlandsch Oost-Indië, alsmede van de landmacht in West-In- dië", de Officieren van de Koninklijke Nederlandsche Marine en die van het Korps Mariniers, welke worden genoemd in de „Naam- en Ranglijst der Officieren van de Koninklijke Neder landsche Marine", benevens de eervol ontslagen en gepension- neerde Officieren, welke in bedoelde boekjes zijn vermeld geweest. Middelen. Artikel 3. De Bond tracht het doel, omschreven in art. 1, te bereiken door: a. het stichten van afdeelingen in de verschillende garni zoenen en maritieme directiën en het zoo noodig geldelijk steu nen dier afdeelingen, daarbij rekening houdende met de draag kracht van de kas; b. het houden van wapenfeesten. Artikel 4. Bij gelegenheid van de Wapenfeesten, zoo mogelijk jaarlijks te houden, kunnen tevens, onder nadere goedkeuring van Hunne Excellentiën de Ministers van Oorlog, van Marine en van Ko loniën, korps-, personeele- en colonnewedstrijden van onderoffi cieren en minderen plaats hebben. Led en. Artikel 7. De Bond bestaat uit a. gewone, b. ondersteunende, c. eereleden. Gewone leden zijn de Officieren, genoemd in art. 1, wanneer zij zich als zoodanig aanmelden, op de wijze als in art. 3 van het huishoudelijk reglement omschreven. Ondersteunende leden zijn de Officieren, genoemd in art. 1, die den Bond door eene jaarlijksche bijdrage van minstens f 3.steunen. Eereleden worden op voorstel van het Bestuur door eene alge- meene vergadering benoemd. Voorts zij uit het programma van het op 8, 9 en 10 Februari 1900 in het Gebouw voor kunsten en wetenschappen te 's-Gra- venhage gehouden derde wapenfeest nog het volgende over zicht overgenomen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 125