125
„Bij de opleiding van recruten worden in den regel de meeste zwa
righeden ondervonden bij het theoretisch onderricht. Somtijds hoort
„men de onderwijzers tot in het oneindige hetzelfde gedeelte van een
„te behandelen onderwerp opdreunen of er worden punten behandeld,
„die met het opgegeven onderwerp weinig verband houden of den gewonen
„soldaat niet aangaan, dan wel er worden onwaarheden verteld, omdat
„de onderwijzer zich moet verlaten op hetgeen hij nog van het vroeger
„door hem geleerde heeft onthouden of op wat hij hier of daar gezien heeft.
„De oorzaak hiervan ligt in de omstandigheid, dat de punten, welke
„behandeld moeten worden, in de reglementen veelal verspreid worden
„aangetroffen tusschen andere, waarmede een gewoon soldaat niets te
„maken heeft, terwijl andere onderwerpen opgenomen zijn in reglemen-
„ten of voorschriften, welke de onderwijzer niet in zijn bezit heeft."
De 36. druk, die het werkje nu reeds beleefde, is wel een bewijs welk
een dringende behoefte er bestaat aan eene geordende leerstof. En de
vraag is gewettigd waarom het werkje niet verstrekt wordt aan het kader
en aan de recruten
Heeft men eenmaal de noodzakelijkheid van een leerplan bij de kader-
scholen erkend, dan kan het geene verwondering baren, dat ook bij de
africhting van den recruut deze paedagogische eisch moet worden nage
komen. In de bovenaangehaalde algemeene order zoekt men echter te
vergeefs naar eene bepaling daaromtrent.
Zal toeval en willekeur buitengesloten worden, zal de kortste en beste
weg worden ingeslagen, dan dient men ook bij de africhting naar vaste
regels te handelen, m. a. w. dan dient volgens eene methode onderwezen
c. Het schietvoorschrift.
Het met vrucht doorloopen van de voorbereidende schietoefeningen.
cl. Yan het uittreksel uit het voorschrift op den velddienst:
De practische en theoretische kennis van hetgeen voorgeschreven is in
de 108 t/m 134; 161 t/m 181, uitsluitend voor zoover de inhoud
dier betrekking heeft op de verplichtingen van den soldaat.
e. Het reglement op den garnizoensdienst Hoofdstuk YI, YII, VIII, X,
en XV voor zooverre daarin sprake is van de verplichtingen van den
soldaat.
f. Het reglement op den inwendigen dienst.
Yoorzoover daarin de plichten en de rechten van den soldaat behan
deld worden
g. De grondslagen der krijgstucht
Eenige bekendheid met de in het reglement van krijgstucht aangegeven
overtredingen en met de gelijksoortige bij het Crimineel "Wetboek voor
het krijgsvolk te lande strafbaar gestelde feiten.
h. Eenige kennis van de voor den soldaat geldende bepalingen omtrent
voeding, kleeding, belooningen en straffen.