IN MEM OR I AM.
Enkele dagen geleden brachten de nieuwsbladen ons het
treurig bericht van het overlijden van den
Generaal-majoor van het Nederlandsche leger
H. H. J. PLAATENGA,
Ridder in de orde van den Nederlandschen leeuw.
Het Nederlandsche leger, waarvan de overledene gedurende
ruim 37 jaren een sieraad uitmaakte, lijdt door zijn afsterven
een belangrijk verlies.
Maar het is niet alleen als hoogst bekwaam officier, het is ook
als mensch, dat men den afgestorvene met weemoed zal herden
ken. Het officierskorps verliest veel, zeer veel in hem, dat
kunnen allen getuigen, die in eenigerlei dienstverhouding met
hem te maken hadden en hem daarbij steeds als een belang
stellend en uiterst humaan chef leerden kennen.
En als zoodanig zal Generaal Plantenga ook in de herinne
ring van vele Indische officieren blijven leven. Yele onzer toch
hebben, als cadet aan de K. M. A., hem als leeraar en hoofd
van onderwijs leeren waardeeren en in nog hoogere mate is dit
het geval met hen, die het voorrecht genoten onder hem te die
nen in de jaren, dat hij na onzen tegenwoordigen Gouverneur-
Generaal aan het hoofd der Hoogere Krijgsschool stond.
En wie onzer kent hem niet uit zijn geschriften, welk offi
cier kent niet zijn standaardwerk over strategie en krijgsge
schiedenis.
Tot onzen spijt beschikken wij niet over voldoende gegevens
om hier een volledigen staat van dienst van generaal Plantenga
te geven. In stede daarvan zij hier het volgende aangeteekend
Generaal Plantenga stond algemeen bekend als een buitenge-