A7" A. JEl I A..
Chineesche troepen.
Daar ook wij begonnen zijn met in onze kolonie Kiautscliou een uit
Chineezen onder Duitsche officieren en onderofficieren bestaanden troep
op te richten, zijn eenigo mededeelingen der „Army and Navy Gazette"
No. 2129 omtrent het Engelsche Chineezen-reg'iment (standplaats "Wei-
hai-wei) voor ons van buitengewoon belang.
Bij het uitbreken van de Chineesche onlusten voelden zich dc Engel
sche militaire chefs van deze pas opgerichte troepenafdeeling zich daar
over zoo gerust, dat zij een gedeelte van het reeds opgerichte 1ste Batal
jon en wel 14 Engelsche officieren, 8 Engelsche onderofficieren en 363
Chineesche manschappen onder commando van den luitenant-kolonel H.
Bower bij Taku deden landen. Het eerste gedeelte kwam den 24sten
Juni voor Tientsin; het korps gedroeg zich daar bij de latere ernstige
gevechten allervoortreffelijkst, niettegenstaande het tegen de eigen lands
lieden moest vechten. Een afdeeling (100 man) maakte dan ook den
tocht naar Peking mede. Tot den 14den Augustus den dag van de
bestorming van Peking waren 2 officieren en 14 manschappen gesneu
veld of aan de bekomen wonden overleden, en 2 officieren, 1 Engelsch
onderofficier en 19 manschappen gewond. Alle vooroordeelen en vrees
uitingen, die zich voor li ;2 jaar bij het oprichten van het Chineesche
regiment deden hooren, zijn dan ook van onwaarde gebleken. Het is
bewezen, dat zij gelijk hadden, die in den Chinees een goeden soldaat
zagen, vooropgesteld dat hij goed opgeleid en aangevoerd wordt. De
4de compagnie onder kapitein Watson werd bijv. bij Tientsin op de
zwaarste proef gesteld en heeft er schitterend aan voldaan.
(Militar Wochenblatt 1900 No. 113.)
Theoretisch militair onderwijs voor officieren en soldaten.
Een van de laatste orders, die de aftredende bevelhebber van het
Engelsche leger, Viscount Wolseley, heeft nagelaten, heeft betrekking
op het theoretische onderricht van officieren en manschappen gedurende
de aanstaande wintermaanden. De troepenbevelhebbers moeten voor
hunne voltallig verzamelde troepen een systematisch geordende reeks
van voordrachten houden (minstens wekelijks een, die een uur duurt).
Deze voordrachten mogen niet ontaarden in een vraag- en antwoorden-