148 - Zoowel infanterie als mitrailleurs nemen hunne gevechtsstel ling eerst in, wanneer de vijand zijn G-. K. vuur op het fort moet staken, om zijn eigen infanterie niet te treffen, dus wan neer deze tot op 400 M. van het fort genaderd is. De gevechtswerkzaamheid der verdedigende infanterie is dus in het algemeen vrij kort, en deze omstandigheid heeft stemmen doen opgaan, die het vervangen van de infanteriebezetting in duurzame forten door mitrailleurs bepleiten, waardoor de forten veel kleiner, dus minder trefbaar en goedkooper zouden worden. Yrij algemeen is men echter tegen dezen maatregel gekant, daar men de verdediging van een fort niet alleen durft toe vertrouwen aan machine-geschut, dat licht in 't ongereede raakt en verder om de redenen, hierboven sub. 2° en 3° genoemd. Bij tijdelijke forten, die slechts zeer weinig geschut bevatten, is de eisch van een flinke infanteriebezetting nog klemmender. Behalve de loopgraafpantsers voor geschut zal men in ieder fort nog een observatiekoepel voor den commandant noodig hebben. Dit kan een loopgraafpantser zonder kanon zijn. Het>- schietgat, c.q. verkleind, dient dan als kijkgat. De observatipJfcj» koepel dient telefonisch met de loopgraafpantsers gn ÏSet het bureau van den fortcommandant verbonden te zijn. Wat hierboven omtrent de bewapening der forten is gezegd, heeft alleen betrekking op de zeer blootgestelde forten. Waar de forten door eene zeer werkzame hindernis zijn be schermd (b.v. inundatie, rivier) en men alleen een coup de main heeft te vreezen, kunnen de vuurmonden voor het afslaan van een aanval op groote afstanden achterwege blijvenwaar groot flan- kement niet noodig is, kunnen de vuurmonden, daarvoor bestemd, worden gemist; in sommige gevallen behoeft het fort dus alleen maar met infanterie en mitrailleurs te worden bewapend. Waar twee forten elkaar door de terreingesteldheid niet kun nen zien, of hun onderlinge afstand te groot is, zal men ook soms een eenvoudige infanterieschans tusschen beide in leggen. De eerste eisch van zoo'n schans is alweer blijvende stormvrijheid. De bewapening van het fort zal dus in ieder bijzonder geval moeten worden overwogen. Bezetting. De bezetting van een fort kan men stellen op de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 162