164 In de hoop, dat bevriende handen ze op zullen visschen, werpt men met berichten gevulde uitgeholde kurken in het water dei- rivier, maar de belegeraar maakt dammen en spant netten. Een telegraafdraad wordt in de stilte des nachts in de bedding der Seine gelegd; het is de slagader, die hoofd en ledematen zal verbinden, maar een brug stort in, en de draad breekt. Een nadenkende kop maakt holle glaskogeltjes, en doet er een klein bericht inHoe sierlijk drijven en schommelen zij op het water, en glinsteren in den zonnenschijndammen en vooruitstekende punten drijven zij voorbij, zij sluipen door de mazen van het net.... daar valt de winter in met ijs en ook deze weg is afgesloten. Land er water ontzeggen ons hun hulp, welnu, er blijft nog een element over! de lucht! Postduiven en ballons worden aan het werk gezet en vragen en antwoorden vliegen heen en weer67 ballons gaan in nacht en duisternis over den ijzeren muur van bajonetten, en hon derd duizenden berichten bereiken middels postduiven het hart van Frankrijk. Wij haalden hier de levendige beschrijving aan van Tissan- dier, die zelf met G-ambetta den 30en September Parijs per luchtballon verliet, om laatstgenoemden in de gelegenheid te stellen, de „levée en masse" in 't leven te roepen, en de volks legers te organiseeren. Hier zien wij dus ook den vrijen bal lon in dienst van den oorlog. Ten slotte zij het mij nog vergund de indrukken weer te geven, die men bij eene vrije opstijging krijgt en waarvan de leek zich gewoonlijk iets angstigs en huiveringwekkends voorstelt, wat absoluut niet daaraan verbonden is. Het deelnemen aan eene vrije opstijging is, vergeleken bij die in een kabelbal lon, een genoegen zonder eenig gevaar, waarvan de heerlijke indrukken ieder deelnemer voor altijd bijblijven. Het opstijgen in een kabelballon is in alle opzichten minder aan genaam, want van de honderd, voor de eerste maal daaraan deel- nemenden, worden bij eene slechts even bewogen lucht zeker tach tig na het eerste half uur zeeziek zij gevoelen zich moe, lijden aan hoofdpijn, nijging tot flauw vallen, gevoelen zenuwachtige ril lingen, om kort te gaan, zij zijn niet in staat zelfs de eenvou-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 178