166 vlakte der wolkenzee op. Elk denkbeeld omtrent de plaats, waar men zich bevindt, gaat verloren, maar men kan door het rijk der nevelen te verlaten deze onmiddellijk terugvinden, daar de aarde zich dan weder als eene groote reliëfkaart onder ons uitstrekt, en door de in 't oog vallende punten (groote wegen, waterscheidingen en samenhangende boschgedeelten) over eene uitgestrektheid van 100 K.M. de middelen tot plaatsbepaling aanbiedt. Het komt ons, naar de aarde ziende voor, alsof eene reusach tige kaart aan onze voeten uitgespreid ligt, welke met de kleine kaart in onze hand, zonder moeite te vergelijken is. Wanneer het opraken van den ballast tot nederdalen en lan den noopt, zoekt men daartoe eene opene plek uit, maar hier bij wordt opgemerkt, dat bij sterken wind een landing in een bosch boven die in de open vlakte te verkiezen is. De beman- ning van het schuitje loopt bij die landing geen gevaar, maar de stammen der boomen worden evenveel pieken, die het ballonomhulsel kunnen kwetsen en daarom vermijdt men het zooveel mogelijk in een bosch neder te dalen. Aan den ring rondom den ballon is een 150 M. lang sleep touw bevestigd, dat bij de landing meer en meer over de aarde getrokken wordt, zich daar als het ware aan vastkleeft, en het vrije gewicht van den ballon vermindert; men behoeft derhalve niet te vreezen bij de landing van eene hoogte van 3 a 4 M. met kracht op de aarde te komen; het sleeptouw heeft de snel heid van den val zeer merkbaar verminderd. Dikwijls komt het zelfs, vooral bij windstilte, voor, dat de ballon op 1 M. van de aarde in evenwicht blijft zweven. Bij hevigen wind vergroot men bovendien gedurende de laatste momenten der daling de valsnelheid, door op eenige meters van de aarde met behulp van een rood koord, dat in het schuitje hangt, een kunstmatige scheur in den ballon te maken. Er ontstaat dan een 8 M. lange gapende opening, waar het gas in enkele seconden uitstroomt; het zoo gevreesde en gevaarlijke voortsleepen van het schuitje over de aarde is door de invoering dezer vinding onmogelijk gemaakt. Alle in den omtrek van het landingspunt zich bevindende bewoners snellen toe, niet zoo zeer om den luchtschippers de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 180