172 - Met deze boei van 2 model-mondzakken vervaardigd, bleef hij op het water drijven, van zinken was geen sprake; zooals dui delijk is, ligt hier het zwaartepunt der massa onder de water oppervlakte. Na herhaalde ernstige proefnemingen verkreeg de ritmeester steeds hetzelfde resultaat, zoo zelfs, dat hij mij in volle overtuiging schreef: „Essayez cette bouée, vous verrez qu'elle est tellement stable, „qu'il faut faire effort pour la faire chavirer". De in het zwemmen ongeoefende ruiter aldus in deze boei drijvende, kan zijn geheele aandacht aan het paard wijden en zich desnoods door zich aan de manen vast te houden laten meetrekken. Staat er een sterke stroom, dan kan men een geoefend zwem mer in eene boei aan een lang touw laten overzwemmen, met een tweede touw in zijn zak, aan de overzijde maakt hij het 2de touw aan de boei vast, op deze manier wordt een soort overzet veer verkregen, waarin de meest onhandige zwemmer zich veilig kan gevoelen. Op deze wijze is het mogelijk aan eene patrouille van 2 man, mits zij voorzien zijn van hunne mondzakken en een lang eind sterk touw, een willekeurigen stroom over te trekken, want 2 mondzakken zijn voldoende. (Per peloton kan men natuurlijk meerdere boeien tegelijk maken). Als nadeel, doch uitsluitend van hygienischen aard, noemt de ritmeester F., dat de man geheel gekleed te water gaat en dus misschien den ganschen dag in zijn nat pak blijft rondrijden, hetgeen in het Europeesch klimaat nu zoo aanlokkelijk niet is; dat bezwaar kan hier m. i. niet gelden; de man draagt hier veel lichtere onder- en bovenkleeding en de tropische zon werkt welwillend mede om de kleedingstukken spoedig op te drogen. Het eenigste bezwaar is, dat de zadels en dekens nat worden; doch dat heeft men bij het overzwemmen zonder hulpmidde len ook; men zou b. v. kunnen probeeren, den man de deken mee te geven gerold om den hals, of anders eenige stellen dekens op een boei, doch dit alles is van minder belang, hoofdzaak is het veilig overbrengen van den man op de vlugste wijze met de eenvoudigste hulpmiddelen, en mij dunkt, dit is hier ruim schoots het geval.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 186