175 ook, dat de federalen in de Drakensbergen in den rug zouden worden bedreigd. De gevolgen van dezen te verwachten zet op het militaire schaakbord had Botha voorzien en zeer waarschijnlijk is het, dat hij daarom den terugtocht van 't grootste gedeelte der Oostelijk van Thabanchu ageerende troepen tijdig heeft gelast. Dat Roberts juist in snelle bewegingen zijn kracht zocht, daarmede trouwens belangrijke voordeelen heeft behaald, bewijst wel de geschiedenis. Hamilton, die na een paar dagen gerust te hebben, weder was opgerukt, bereikte den 4en Welkom, eene hoeve aan den weg tusschen Isabelfontein en Winburg en bezette 's anderen daags laatstgenoemde plaats, waar de wegen van Yentersburg in 't Noorden, Bethlehem in 't Oosten (richting van Reenenspas) en Ladybrand in 't Zuid-Oosten samenkomen. De hoofdmacht der troepenmacht van Roberts was intus- schen onder diens persoonlijke leiding de vooruitgeschoven bereden infanterie naar de Vetrivier gevolgd en trachtte, na gedu rende den nacht van den 4™ op den 5cn nabij den Zuidelijken oever gebivakkeerd te hebben, den volgenden dag op den an- deren oever over te gaan. In den ochtend van den 5en brak generaal Hutton op om in Westelijke richting eene doorwaadbare plaats in de rivier te zoeken. Ter plaatse gekomen, waar hij den overtocht meende te kunnen beproeven, bleek hem, dat een sterk commando met twee Maxims aan den Noordelijken oever stelling had genomen. Met deze vuurmonden enfileerden de Boeren de afgestegen ruiterij. Na een hevig geweervuur ontruimden de federalen hunne posi tie, waarna de geheele brigade over de rivier trok en den rech tervleugel der Boeren bedreigde. Tot uitvoering dier bedreiging kwam 't niet, omdat een wèl onderhouden vuur het Hutton onmogelijk maakte tegen dien vleugel op te rukken. Roberts' hoofdmacht was tegen de stelling der Boeren slechts met hare artillerie in actie gekomen. Omstreeks één uur in den middag kwamen twee veldbatterijen, de 84e en de 85e in batterij en openden het vuur op de positie ten Noorden der rivier, onmiddellijk beantwoord door dat van de zes vuurmon den, waarover de federalen beschikten. Kort daarop werd één

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 189