178 diens aftocht naar het Noorden (Zandrivier) dekte. Zijne poging om bij Senekal de rivier over te trekken, stuitte op zulk een krachtigen tegenstand, dat hij voorloopig daarvan afzag om te wachten tot ook de hoofdmacht, die den 6en 's avonds te Welgelegen was aangekomen, naar de Zandrivier opgerukt was. In den ochtend van den 7en verliet de bereden brigade, van Hutton het kamp te Welgelegen en marcheerde snel naar de Zandrivier op met de bedoeling uit te vorschen of en zoo ja door welke macht de overgang zoude betwist worden. Het bleek hem, dat de Boeren zich aan den Noordelijken oever hadden genesteld en over tien kanonnen beschikten Na vergeefs getracht te hebben door de droge bedding van oever te verwisselen, moest Hutton met verlies wijken en keerde hij naar het kamp te Welgelegen terug. Terwijl het gevecht in vollen gang was, konden de Engelschen zien, dat de federalen het rollend spoorwegmaterieel naar het Noorden deden afrijden en de verschillende bruggen, ook de spoorbrug, over de rivier vernielden. Op den dag, dat Hutton zijne verkenning naar de Zandrivier maakte, kwam French van Bloemfontein te Smaldeel, Roberts' hoofdkwartier, terwijl de cavalerie, welke tot dat tijdstip bij Thabanchu had gestaan, last kreeg om zich aan te sluiten bij de hoofdmacht. Den 10en werd de marsch naar het Noorden hervat en opge rukt naar de Zandrivier in drie neven elkander opereerende afdeelingen. De Westelijke, uitsluitend samengesteld uit bereden troepen, trok op links van de spoorbaan op ongeveer 15 K.M. afstand daarvan. Zij bestond uit de cavalerie divisie van French, de brigades cavalerie Porter en Dickson en de bereden infanterie van Hutton. Haar doel was de drift over de Zandrivier bij Du Preez' lager. In het centrum marcheerden Pole-Carew's divisie, de Gordon's cavalerie brigade, de bereden infanterie van Henry en Ross, versterkt met eene rijdende batterij. De divisie Tucker volgde het centrum, terwijl Hamilton en Broadwood rechts van Tucker optrokken naar een drift tusschen de spoorbrug bij Virginia, het object der middelste colonne, en Erasmus. Het scheen wel alsof de Boeren ditmaal aan de overmacht het hoofd wilden bieden. Louis Botha had 's avonds te voren

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1901 | | pagina 192